E
(A. Mitchell/Benny Neijman)
Ik zat op een terras
In ’t hart van Parijs
Op een zonnige middag in mei
Aan m’n oog trokken duizenden mensen
Heel de wereld voorbij
Ik wist niet wat het was
Maar het rook naar anijs
En het werd geserveerd met ijs
Ik had verder maar weinig te wensen
Ik hield van Parijs
Refrein:
Quand je vois ton visage
Dans n’importe quel langage
Je dis je t’aime
Je dis je t’aime, je t’aime Paris, lalalalala
Ik zag er la Tour Eiffel
De Boulevard St. Michel
De Métro en ook de Place Pigalle
Maar ik zag geen verschil tussen Lisa
Of Miep op de Wallen
Refrein:
Quand je vois ton visage
Dans n’importe quel langage
Je dis je t’aime
Je dis je t’aime, je t’aime Paris
En op de Champs Elysées nam ik afscheid
En ik zei: “Au revoir, dag Panam”
Oui Paris, c’est la vie
Maar geef mij maar m’n oud Amsterdam
Refrein:
Quand je vois ton visage
Dans n’importe quel langage
Je dis je t’aime
Je dis je t’aime, je t’aime Amsterdam, lalalalala
(E. John/Taupin/B. Neijman)
Vroeger Pap
Liet ik de ramen open
Met één arm tilde jij mij
Toen omhoog
Vanavond ben ik bang
En ik mis jouw sterke arm
Dat ik je zou missen
Had ik nooit geloofd
Geloof me
Ik laat geen deur meer open
Alleen zijn in het donker
Maakt me bang
En het voorbeeld dat je gaf
Is nu afgelopen
Jij nam m’n eigenheid
Mee in je graf
Ik weet niet meer wie ik ben
Alleen maar wie ik was
Ik draag nog wel jouw naam
Mijn enige kompas
Ik heb van je gehouden
Dat leek toen zo gewoon
‘k Besef nu wat er was
Tussen een vader en z’n zoon
Plotseling
Een band verbroken
De waarheid
Komt nooit meer aan het licht
Zoveel en veel te veel
Bleef er onbesproken
Toch was er openheid
In jouw gezicht
Ik weet niet meer wie ik ben
Alleen nog wie ik was
Ik draag nog wel jou naam
Mijn enige kompas
Ik heb van je gehouden
Dat leek toen zo gewoon
‘k Besef nu wat er was
Tussen een vader en z’n zoon
(Kreztmer/Aznavour/B. Neijman)
Eigenwijs, brutaal en jong
De roekeloze smaak van lef lag op mijn tong
Ik proefde van Parijs, Berlijn en Amsterdam
En danste door de nacht, naar weer ‘n andere vlam
Geen geld, geen idee, ‘k vond alles interessant
En elk waanzinnig plan liep jankend uit de hand
Ik droomde overdag als door de nacht verdoofd
’t Levende bewijs: de rimpels in m’n hoofd
Eigenwijs, brutaal en jong
De klank van drank klonk door in de liedjes die ik zong
Ik leefde voor de lol, had plezier voor tien
Maar ik weigerde tot elke prijs m’n pijn te zien
Ik rende als ’n idioot alleen mezelf voorbij
Ik stond nergens ooit bij stil, behalve dan bij mij
‘k Wist altijd alles beter, ‘k wist van alles wel iets
Nu weet ik zeker, ik weet helemaal niets
Eigenwijs en wild en dom
Dat jonge honden spel, de bergen die ik beklom
Die honds brutale kijk op mens of maatschappij
De honderdduizend wensen, de woeste razernij
De arrogante trots waarin ik heb geloofd
Maar elke nieuwe vlam werd even snel gedoofd
De foto’s in m’n hoofd zijn allemaal allang vergeeld
De dromen zijn gedroomd, ’t spel is uitgespeeld
Toch leeft er nog een lied in mij dat ik nog nooit zong
Ik proef de zoute smaak van tranen op mijn tong
Was ik misschien te wereldwijs
Eigenwijs, brutaal en jong
Jong
Jong
(N. Ignatiadis/R. Frank Jacobi)
Als ich dich traf hatt’ ich das Blut
Von einem sträunende Zigeuner
Ich war ein Vogel ohne Ziel
Der kalte Wind trug mich davon
Dann sah ich dein Gesicht
Sah mich in deinen Augen
Ich fürchtete mich nicht
Du gabst mir wieder Glauben
Refrein:
Ein stück von meinem Leben geht
Wenn du sagst ich geh’ von dir
Geht mein halbes Herz mit dir
Und wenn du sagst ich komm’ zurück
Kommt ein Teil von mir zurück
Und ich bin vor Glück verrückt
Du nahmst mich wie man Liebe nimmt
Kommt sie per Zufall zugeflogen
Du nahmst mich und es tat mir gut
Zu spüren dass du mich versteh
Ich hab mich nicht gewehrt
Was konnte schon passieren
Wenn man sich so begehrt
Hat man nichts zu verlieren
Refrein:
Ein stück von meinem Leben geht
Wenn du sagst ich geh’ von dir
Geht mein halbes Herz mit dir
Und wenn du sagst ich komm’ zurück
Kommt ein Teil von mir zurück
Und ich bin vor Glück verrückt
Und wenn du sagst ich komm’ zurück
Kommt ein Teil von mir zurück
Und ich bin vor Glück verrückt
(M. Aryan/B. Neijman)
Kruip maar dicht tegen me aan
Want ik laat je nooit meer gaan
Nu je eind’lijk bent gekomen
Blijf je hier
Nu je in m’n armen ligt
Kus ik teder je gezicht
En ik fluister lieve woordjes
In je oor
Zeg me dat je van me houdt
Kom nou hier ik krijg ’t koud
En met jou onder de deken
Is ’t warm
Sla je armen om me heen
We zijn eindelijk alleen
Er is niets waarvan ik meer hou
Dan van jou
Kruip maar dicht tegen me aan
Sluit je ogen laat je gaan
Nu je eind’lijk bent gekomen
Blijf je hier
Gesproken:
Kom nou hier
Ach, wat ben je mooi
Kom nou
Oh, je bent mooi
Kruip maar dicht tegen me aan
Want ik laat je nooit meer gaan
Nu je eind’lijk bent gekomen
Blijf je hier
Nu je in m’n armen ligt
Kus ik teder je gezicht
En ik fluister lieve woordjes
In je oor
(S. Fotiadis/L. Chapsiadis/B. Neijman)
Je vraagt me “Kan ik je vertrouwen?”
Doet een beroep op mijn geweten
Je vraagt me “Kan ik op je bouwen?”
Dat moet je onderhand toch weten
Je vraagt “Geloof je in ons samen?“
Hoe zou ik dat kunnen beschamen?
Refrein:
En hoe!!
Jouw geluk zal het mijne zijn
En hoe!!
Het geluk van ons beiden zijn
Verdriet
Kunnen wij met z’n tweeën aan
En niet
Alle twee er alleen voor staan
En niet
Voor vertwijfeling openstaan
Geniet
Van die mooie momenten
Die koesteren we samen
Je vraagt me “Kan ik je geloven?
Kan ik geloven in ons tweeën?”
Jij komt die twijfel wel te boven
Hoe kom je aan dat soort waanideeën?
Je vraagt me of ik wel hoorde
Geloof nou toch eens in mijn woorden!!!
Refrein 2x
(H. Steinhauser/Schluwe/Hertha/Benny Neijman)
Je hebt respect voor elke gek
Met heel veel geld of cadillac
Je kijkt zo hoog tegen hem aan
Maar achteraf blijkt er niks aan
Een doodgewone marionet
Die moet gewoon ook naar ’t toilet
En trekt ie door na elke keer
Dan speelt ie weer de mooie meneer
Refrein:
Ergens steekt nergens iets achter
Ergens stelt niemand iets voor
Louter lucht die vervliegt
Wie de waarheid spreekt die liegt
En wie zwijgt die liegt zichzelf voor
Ergens steekt nergens iets achter
Alles blijkt anders te zijn
Wat je leest in de krant
En je denkt dan naderhand
Is het waarheid of is het schijn
Een vent in de po-politiek
Die stelt niks voor – die is komiek
Hij roept eens zus – hij blèrt eens zo
Maar zijn geschreeuw is enkel show
daar staat een man in uniform
Met een gezag dat is enorm
Maar kleedt zo’n vent zich ’s avonds uit
Stelt ie niks voor
Geen moer, geen fluit
Refrein
Een vrouw loopt allang na middernacht
Op zoek naar klanten langs de gracht
Ze noemt haar prijs ze stapt voorin
Hij is al grijs – hij trapt erin
Het is een kerel als een boom
Zij vrijt alleen met een condoom
Maar toen puntje – bij paaltje kwam
Bleek zij geen vrouw maar was ze man
Refrein
F
(Sharon Rice/Bill Rice/mike Lawler)
There’s no such thing
As perfect strangers
So I come to you the way I am
If you call on me to sacrifice
I won’t promise that I can
Chorus:
We’re fire to fire
Flame to flame
Pure desire
No refrains or sad songs
Only fire to fire
Only fire to fire
We will wake up
When the moment’s gone
And I’ll still feel you on my fingertips
They’ll be nothing in the afterburn
But the taste upon our lips
Chorus:
We’re fire to fire
Flame to flame
Pure desire
No refrains or sad songs
Only fire to fire
Only fire to fire
I’m not here tonight to rescue you
And you don’t need me in your life
But I know I’ll have the best of you
Tonight
Chorus:
We’re fire to fire
Flame to flame
Pure desire
No refrains or sad songs
Only fire to fire
Only fire to fire
(J. Revaux/M. Sardou/C. Lemesle/B. Neijman)
Ik vind hier nog een foto van moeder van toen
Ze was net twintig jaar
Ik zie iets van mezelf in die foto van toen
In haar mond en haar haar
Een meisje dat te vroeg een vrouw werd
Toen haar kind werd gebaard
Wanneer ik weer die foto van mam zie van toen
Is dat soms wel raar
Ik vraag me wel eens af
Wat voor meisje ze was
Lang voordat ze mij kreeg
Hoe lief of hoe ze dacht
Wat voor een mening ze had
Of hoeveel ze verzweeg
Hoe vaak werd ze verliefd
Of wilde zij de zoon
Die ze kreeg
Wanneer ik weer die foto
Terugzie van toen
Die z’n leven lang zweeg
Dat meisje van die kiek, die ik nooit heb gekend
Is nu ouder en wijs
Als moeder heb ik haar heel wat beter gekend
Met haar haar parelgrijs
Haar kinderlijk gezicht werd ouder
Ook de tijd heeft z’n prijs
Wanneer ik weer die foto terugzie van toen
Brengt ie mij van de wijs
Wanneer ik weer die foto van mam zie van toen
Achter glas ingelijst
(M. Schönberg/R. Frank Jacobi)
Ich weiss es noch als ob es gestern war
Mit Brillantine in den Haaren
Kam ich mir vor fast wie ein Mann
Als meine Jeugendzeit begann
Ich war zum erstenmal verliebt
Als ich statt Mathe Briefe schrieb
Ich träumte nachts nur noch von ihr
Ich war zu dünn und sie zu gross
Sie war verlegen, ich nervös
Vor Schüchternheit fand ich kein Wort
Sie lief vor Angst davon und fort
Die Liebe war für uns tabu
Selbst nach dem ersten Rendez-vous
Nur eine lief mir niemals weg
Ich klebte sie über mein Bett
Brigitte Bardot in Lebensgrösse
Sie wachte über meine Träume
Und sie allein konnte verstehen
Warum ich vor dem schlafen gehen
Nur eines wollte, eines nur
Ich wollte Liebe, Love, Amour
Ich weiss es noch als ob es gestern war
Der erste Drink in einer Bar
Der erste Flirt, der Ruf der Nacht
Das erstemal Liebe gemacht
Und dann der Wunsch nach Zärtlichkeit
Die Nächte voller Einsamkeit
Und meine Jugend ging dahin
Und als der Vorhang plötzlich fiel
Stand ich im Leben, stand im Spiel
Ich lernte raffiniert zu sein
Und sammelte Erfahrung ein
Und gäbe heut die Welt dafür
Noch, noch einmal 15 zu sein
G
(A. Papadimitriou/Sofou/B. Neijman)
Nee ik wil niet dat je weggaat
En me plotseling alleen laat
Dat kun jij na al die jaren
Me niet aandoen
Waarom haat je mij zo diep dan
Dat er zelfs geen zoen meer afkan
Dat er nooit een weg terug is
Naar ’t geluk van toen
Ga niet weg van mij – blijf bij me
Ga niet weg van mij
Als je wilt dat ik verander
Goed – maar zeg het mij
Schat geloof niet wat een ander
Heeft gezegd van mij
Ga niet weg van mij – blijf bij me
Ga niet weg van mij
Ik heb niemand in mijn leven
Zoveel van mezelf gegeven
Ik schonk niemand zoveel
Aandacht en vertrouwen
Want bij jou wist ik me veilig
Onze vriendschap was me heilig
Kom probeer nog één keer
Van me te houden
Ga niet weg van mij – blijf bij me
Ga niet weg van mij
Als je wilt dat ik verander
Goed – maar zeg het mij
Schat geloof niet wat een ander
Heeft gezegd van mij
Ga niet weg van mij – blijf bij me
Ga niet weg van mij
Ga niet weg van mij – blijf bij me
Ga niet weg van mij
Als je wilt dat ik verander
Goed – maar zeg het mij
Schat geloof niet wat een ander
Heeft gezegd van mij
Ga niet weg van mij – blijf bij me
Ga niet weg van mij
(N. Ignatiadis/B. Neijman)
Nee, we waren
Geen van beiden schuldig
En geen van beiden
Treft wat mij betreft nog blaam
De pijn van eerlijkheid
De spijt na afloop
De jaloezie
En de verwijten
Dom en dwaas
Refrein:
Gebroken glas
Is wat er over is gebleven
Gebroken glas
Getuige van ons woeste leven
Gebroken levens
Leven langs elkaar
Gebarsten spiegels
Ongelukkig
Zeven jaar
Gebroken harten
Roken geen gevaar
Het dreef ons beiden
Onvermijdelijk
Uit elkaar
Nee, er valt ons twee
Niets te verwijten
De wapenfeiten
Spreken duidelijke taal
De hel van zwijgzaamheid
De felle ruzies
We waren moe
En aan het eind van ons verhaal
Refrein
(R. Frank Jacobi/B. Neijman)
Liefde is heel vaak ’n spel
Speels wordt met harten gespeeld
Vaak ’n verloren duel
Weer een illusie verspeeld
Wordt door haar schoonheid verblind
Maar stort je droomwereld in
Dan sta je daar want er is niemand
Dan denk je was er maar één iemand
Iemand die me begrijpt en om me geeft
Refrein:
Geef me vriendschap
Dat is meer waard dan een waardeloze liefde
’t Duurt langer dan de warmte van heel even
En ’t gaat dieper dan ’n vluchtig rendez-vous
Geef me vriendschap
Alleen van daaruit kan er liefde groeien
Want ’n mooi lijf dat kan niet altijd blijven boeien
’t Is de kunst jezelf te geven
En je zult zien dat ik weer van je hou
Goed, dus je staat weer alleen
Kwaad op jezelf net als toen
Wat moet en waar moet je heen
Weet niet meer wat je moet doen
Vraagt aan je vrienden om raad
Zij hebben altijd geduld
Neem ’t vooral niet te zwaar jongen
Alles komt weer voor elkaar jongen
Vrienden door dik en door dun blijven je trouw
Refrein
Liefde is heel vaak ’n spel jongen
Soms overleef je ’t wel jongen
Als je verliest dan is alles voorbij
Vriendschap is zoveel meer waard jongen
Zeker wanneer je ervaart jongen
Dat er nog iemand bestaat die om je geeft
(D.McLean/N. Ignatiadis/B. Neijman)
In het begin heerste de duisternis
En God wees met z’n hand
En zomaar uit het niets
Ontstond het licht – de lucht en land
En bovenaan de hemel schiep Hij
Sterren – zon en maan
En winden waaiden wolken
Voor het groeien van het graan
En toen schiep Hij de dieren
Die hier leefden op het land
De mens – nog niet geschapen
Was slechts ‘aarde’, ‘stof’ en ‘zand’
We zijn groot – we zijn groot
En het mensdom genoot van de rijkdom
Die God schiep op aarde
We zijn groot – we zijn groot
We zijn groot – idioot
Want wat blijft er nog over van waarde
En eind’lijk op de 6e dag
Had God nog maar één wens
En naar zijn hand en voorbeeld
Schiep ie uit het stof de mens
Die man voelde zich eenzaam
Dus uit z’n rib schiep God een vrouw
Ze leefden in een paradijs
In liefde en in trouw
God sprak: “Gij zult niet eten van
Die boom van goed en kwaad”
De duivelse verleiding lag als slang
Alweer paraat
We zijn groot – we zijn groot
En het mensdom genoot van de rijkdom
Die God schiep op aarde
We zijn groot – we zijn groot
We zijn groot – idioot
Want wat blijft er nog over van waarde
Ze aten van de appelboom
Ofschoon God ’t verbood
De slang zei: “Mensen eet nou maar
Je gaat er niet van dood”
(P. Kartner)
Genoeg gepraat, genoeg gezwegen
Genoeg gelachen en gehuild
Genoeg gewonnen en verloren
Gelukkig zijn is ingeruild
Twee bedden om alleen te slapen
Twee meter verder jouw gezicht
Ons huis was eens om in te schuilen
’t Is nu een baken zonder licht
Refrein:
Aan het einde van de regenboog
Daar zal geluk te vinden zijn voor ons samen
En ze zeggen het is verder dan je denkt
En de weg zal moeilijk zijn daarheen
De wegen naar gelukkig zijn
Die zijn nu eenmaal niet bedekt met rozen
Maar als je ooit die kant opgaat
Dan loop je toch nooit meer alleen
Genoeg gezocht, maar niet gevonden
Genoeg geleefd, maar veel te kort
Genoeg gevraagd, maar nooit gekregen
En wij weten wat er schort
De laatste hoop is opgegeven
We weten dat het niet meer gaat
Er wordt gezegd: zo is het leven
Genoeg gezwegen, genoeg gepraat
Refrein
We zijn een beetje moe gestreden
Genoeg gedaan, genoeg gewacht
We blijven zitten met een kater
Die niet door woorden wordt verzacht
Een wonder zal niet meer gebeuren
De regenboog is veel te lang
Heb jij de kracht nog om te lopen
Of maakt die lange reis jou bang
Refrein
(R. Gibb/B. Gibb/M. Gibb/B. Neijman)
‘k Begreep geen moer van wat er mij gebeurde
Je lachte toen ik van mijn hoeven pleurde
Ik was volledig van de kaart geloof ik
Niets kon ik nog doen –oh-
Ik liep maar wat te hengsten bij volle maan
Je was niet bang en nam de teugels over
Je hield me strak en maakte me tam
En ik rilde, wilde alles met je doen
Refrein:
Ik werd gevangen in een vreemd verlangen
En bleef vervolgens aan jouw strijkstok hangen
Ik liet me vangen en toen gebeurde het
Voordat ik het wist
Ik was volledig in jouw ban gekomen
En elke redding was te laat gekomen
Help me dan nu ik ’t zelf niet meer kan
En laat me, maak me vrij
En laat me weer gaan, gaan, gaan
Laat me weer gaan
Laat me weer gaan, gaan, gaan
Laat me weer gaan
Je maakt me dronken en ik val voorover
En in het donker ben ik snel veroverd
Ik voel je handen op mijn lichaam branden
Niets kan ik nog doen –oh-
Mijn hele verdere toekomst staat op ’t spel
’t Gaat niet beter en ’t gaat niet over
Jouw wilde hengst werd tam als een lam
En je temde, remde, hoe je me verwende
Refrein:
Ik werd gevangen in een vreemd verlangen
En bleef vervolgens aan jouw strijkstok hangen
Ik liet me vangen en toen gebeurde het
Bliksemflits flitsten bij me binnen
Ik was volledig in jouw ban gekomen
En elke redding was te laat gekomen
Help me dan nu ik ’t zelf niet meer kan
En laat me, maak me vrij
En laat me weer gaan, gaan, gaan
Laat me weer gaan
Ik werd volledig in jouw web gevangen
Met mijn goed fatsoen
Oh wat moet ik doen
(Stephan Sulke/Benny Neijman)
Ik heb je duizend maal gezocht
Ik was verloren en verkocht
Ik liep je na achter je kont
Als een verdwaalde loopse hond
En al die jaren en al die jaren
Was ik gewoon verliefd
Ik heb je duizend maal ontmoet
Hoe vaak heb ik je niet vervloekt
Ik heb je bevend aangeraakt
Jij hebt je lachend losgemaakt
En al die jaren en al die jaren
Was ik gewoon verliefd
Hoeveel lijven heb ik meegenomen
Hoeveel keren klaargekomen
Altijd geil en opgewonden
Maar jou niet meer gevonden
En wanneer ik andere lippen kuste
Dacht ik aan jou ondertussen
Toch ben ik alleen gebleven
Ben je trouw gebleven
En hoeveel uren dag en nacht
Heb ik alleen aan jou gedacht
‘k Heb je bejubeld en verfoeid
Maar al m’n dure tijd verknoeid
En al die jaren en al die jaren
Was ik gewoon verliefd
Ik draaide je nummer als een gek
Je telefoon bleef in gesprek
Ik stuurde je brieven per expresse
Maar aan ’t verkeerde adres
En al die jaren en al die jaren
Bleef ik gewoon verliefd
Andere ogen heb ik ingekeken
Of ze op de jouwe leken
Anderen die bij me kwamen
Gaf ik vaak jouw naam en
Andere handen die mijn benen streelden
Net of ’t de jouwe deden
Zo heb ik mezelf belogen
Maar ‘k heb je nooit bedrogen
(H.J. Horn/Bernges/Benny Neijman)
We zijn giganten
Tussen de and’ren
We kunnen heel de wereld aan
De kracht van liefde
Een wild verlangen
Ik zie ’t in je ogen staan
We zijn giganten
Bereid te geven
Wat je elkaar maar geven kan
Vechten en nemen
Drinken ’t leven
Als in een film of een roman
Als in een film of een roman
Samen zijn we sterker dan ooit
Liefde maakt ons twee giganten
Met de vlam van liefde getooid
Dragen wij elkaar op handen
Aan elkaar geklonken gekooid
Een gevoel zo onvoorstelbaar diep
We zijn giganten
We houden stand en
Komen als winnaars uit de strijd
Want ons vertrouwen
Is onverwoestbaar
En overleeft ’t eind der tijd
En overleeft ’t eind der tijd
(K. Johnson/B. Neijman)
Gouden regen groeide voor je deur, toen ik voorbij kwam
De geur vergeet ik nooit, m’n leven lang
En gouden regen bloeide tot ’t einde van ’t voorjaar
Maar onze liefde broeide toen de hele zomer lang
Ik hield je in m’n armen toen de zomer was verdwenen
De gouden druppels regen op je raam
Je bleef maar naar me kijken, onbegrepen en in tranen
Zo ben ik toen voorgoed bij jou, de voordeur uit gegaan
’t Is voorbij gegaan zoals zo vaak zoveel
En als zo velen vaak veranderden ook wij
’t Is voorbij gegaan, toch zal ’t leven doorgaan
En zal elk voorjaar jou herinneren aan mij
Gouden regen groeit hier niet langs nieuwbouw, grauwe dreven
Waar alles zonder kleur is, hemel hoog
Alleen de grijze torens van beton, die mij omringen
Vermengen met de kleuren van ’n gouden regenboog
Dan hoor ik je weer lachen, voel je warmte heel dicht bij me
De kamer is zo leeg en koud en kil
Ik koos een andere weg, dan die waar jij op wilde doorgaan
Nu zal ik moeten doorgaan
Ook wanneer ik niet meer wil
’t Is voorbij gegaan zoals zo vaak zoveel
En als zo velen ben ik niet meer zoals toen
’t Is voorbij gegaan, maar kun je me vergeven
Ik deed alleen maar wat ik vond dat ik moest doen
Instrumentaal
Gouden regen valt er naar beneden in november
Opeens zijn ook m’n ogen niet meer droog
De donder en de bliksem, die m’n adem doen verstikken
Veranderen de kleur van onze gouden regenboog
’t Is voorbij gegaan zoals zo vaak zoveel
En gouden regen bloeit weer volgend jaar in mei
’t Is voorbij gegaan we zullen moeten doorgaan
Om nooit meer stil te staan bij toen, bij jou en mij
(G. Stellaard/B. Neijman)
Een muur werd neergehaald
De schuld is betaald
Maar het bloed kleeft eeuwig
Aan elke steen van voorheen
Soldaat, mijn kameraad
’t Ga je goed
Jouw strijd is voorgoed voorbij
Dus: Auf wiederseh’n
Als de grenzen ooit verdwenen zijn
En de mensen allen eender zijn
Geen scheiding tussen land of ras
Wordt de wereld pas:
Grenzeloos
Want als geen onderling verschil bestaat
Komt er liefde in de plaats voor haat
En oorlog en geweld verdwijnt
Zonder “Mijn en dijn” zal er vrede zijn
Een land van blank en van zwart
Een wereld apart
Waar de roep om vrijheid
Steeds wordt gesmoord
Ieder woord
Mijn held, zolang jij volhardt
Hou je moed
Jouw strijd is nog niet voorbij
Want je wordt gehoord
Als de grenzen ooit verdwenen zijn
En de mensen allen eender zijn
Geen scheiding tussen land of ras
Wordt de wereld pas:
Grenzeloos
Want als geen onderling verschil bestaat
Komt er liefde in de plaats voor haat
En oorlog en geweld verdwijnt
Zonder “Mijn en dijn” zal er vrede zijn.
(R. Mey/B. Neijman)
Ieder mens op deze wereld
Heeft een eigen signatuur
Het verwondert me nog bijna
Elke dag en ieder uur
Dat er zoveel jokers zijn tussen de azen
Je hebt gele, rooie, zwarte, witte dwazen
Die verschillen in pluimage
Al die grillen der natuur
Dat verschil in fabricage
Is even wonderlijk, als puur
Er zijn prachtige mensen
Er zijn machtige mensen
Er zijn sluwe, slome, slimme zenuwachtige mensen
Er zijn mensen die verliezen nooit hun streken
En er zijn er die verbloemen hun gebreken
Er zijn fraaie mensen
Er zijn kwaaie mensen
Er zijn lang leve de lol en hele saaie mensen
Er zijn mensen die soms hele enge beesten kunnen zijn
En er zijn er, die mens gebleven zijn
Er zijn wonderlijke kruisingen
Ook hier in dit lokaal
Zo uitzonderlijk van uiterlijk
Zo is het nu eenmaal
Er zijn mensen, die geen mens kan evenaren
En er zijn er zonder kop, of met bezwaren
Als je bladert door de Wehkamp
En jij zelf hebt acné
Of je lijkt op een natuurramp
Ben je net zo goed oké
Er zijn zalige mensen
En inhalige mensen
Er zijn hele lieve, leuke
En schandalige mensen
Er zijn mensen, bijzondere exemplaren
En er zijn er, dat zijn wel hele rare
(P. Natte/B. Neijman)
’t Zijn soms net twee grijze muizen
Ze leven elke dag in sleur
Tevreden in hun rijtjeshuizen
Achter ’n groen geverfde deur
’t Zijn gewoon twee lieve mensen
Die vredig leven naast elkaar
Maar ze verstoppen al hun wensen
Ver in de la van ’t dressoir
Refrein:
Er is zo weinig te beleven
Ze maken bijna nooit iets mee
Ze leven doodgewoon hun leven
Ze zijn tevree
Ze staren samen door de ruiten
En kijken ’s avonds naar teevee
Ze komen nog maar zelden buiten
Maar zijn tevree
’t Zijn soms net twee grijze muizen
Ze zitten liever in hun hol
Dan in die treurige tehuizen
Die zitten al vol
Ze praten soms met weinig woorden
Ze zijn de hele dag alleen
Al wat de stilte kan verstoren
Is ’t slaan van de klok om half één
Refrein
Instrumentaal
’t Zijn soms net twee grijze muizen
Ze leven elke dag in sleur
Tevreden in hun rijtjeshuizen
Achter ’n groen geverfde deur
Aan al die lieve grijze muizen
Aan al die mensen zonder fleur
Geef aan je grijze rijtjeshuizen
En aan jezelf ’n beetje kleur
(D. Fabrina/M. Björklund/J. Dreksler/R. Kaiser/B. Neijman)
Je komt weer thuis
Het is al vroeg in de morgen
Je kleedt je uit
En kruipt naast me in bed
Je hoeft niet stil te zijn
Ik kan al uren niet slapen
En jouw verhalen schat
Kun je me beter maar besparen
Refrein:
Kom nou maar hier
Zeg liever niets
Want voor de waarheid ben ik niet rijp
Geef me wat tijd
Wat zekerheid
En het gevoel
Dat je m’n gevoel begrijpt
Gun me nog wat tijd
Waar ben je geweest
En met wie en waarom toch
Maar ik wil nu geen halve waarheden horen
Vertel het me morgen maar
Vannacht verlang ik geen antwoord
Kom en verwarm me maar
M’n voeten zijn als bevroren
Refrein:
Kom nou maar hier
Zeg liever niets
Want voor de waarheid ben ik niet rijp
Geef me wat tijd
Wat zekerheid
En het gevoel
Dat je m’n gevoel begrijpt
Gun me nog wat tijd
Wat kun je makkelijk liegen
Wat kun jij makkelijk bedriegen
Ik kan je moeilijk geloven
Dus stil nou maar
Stil nou maar
Stil nou maar
H
Teksten H
HALLO
HALLO ICH BIN’S
HALLO MET MIJ
HANDEN
HET ELFDE GEBOD
HET GOUD DAT IK VOND
HET HUIS VAN DE KINDEREN GODS
HET IS VOORBIJ
HET LAND VAN HET ZWARTE GOUD
HET LEVEN BLIJFT GEWOON Z’N GANG GAAN
HET SAMEN ZIJN MET JOU
HET SPAGHETTI LIED
HET WORDT TIJD
HETE ADEM
HOE ZOU HET MET JE GAAN?
HOELANG AL
HOEVEEL GEHEIMEN KENT ‘N HART
(M. Reim/B. Neijman)
Hallo?
Heb je ’n ogenblik voor mij?
Ik dacht, ik praat ’n beetje bij
Was haast vergeten hoe jouw stem ook weer klonk
Hallo?
Ik heb ze vaak aan je dacht
‘k Belde 06-8008
Dat was nog even een gezoek
Je nummer staat niet in ’t boek
En nu opeens
Heb ik je eind’lijk aan de lijn
Woon je allang in Nieuwegein?
Je zat toch eerst in Vinkeveen?
En je woont niet meer alleen?
Dacht jij dat ik dat nog niet wist?
Ik heb je soms best wel gemist
O jee, je piepers staan op?
Nou ja, dan hang ik maar weer op
Refrein:
Hallo?
Ik wil graag weten of het went
Of je daar gelukkig bent
Of je nog wel ‘ns aan me denkt
Hallo?
Jou vergeten kan ik slecht
Ja, dat meen ik heel oprecht
En al voel je je gekrenkt
Ach misschien heeft het wel zin
Dat je ’t nog ‘ns overdenkt
O.K.
Ik zal verder niet meer storen
‘k Wilde je stem alleen maar horen
Met mij?… Met mij gaat het goed
Onkruid vergaat niet schat
De moed
Te bellen heb ik nu vergaard
Wie weet is ’t de moeite waard
Nou goed, ik kom over de brug
Ik smeek je: kom weer bij me t’rug
(Neil Diamond/Lindgren/Benny Neijman/R. Frank Jacobi)
Hallo ich bin’s hallo
Ich ruf dich an, nur so
Ich dachte nur du schläfst noch nicht
Oder hab’ ich dich gerade aufgeweckt
Hallo ich bin’s hallo
Ich ruf dich an nur so
Nur wissen wie’s dir geht heut’Nacht
Ich kam gerade heim und hab’ an dich gedacht
Hallo
Ich weiss das es spät ist
Weiss es ist vorbei
Diese Trennung war das beste für uns zwei
Doch es fällt mir schwer
Ich versuch’ stark zu sein
Und doch bringt sie mich um
Diese Einsamkeit!
Hallo ich bin’s hallo
Hörst du mir noch immer zu
Ich hab’ so vieles eingesehen
Wir waren beide dumm
Warum bist du so stumm?
Hallo ich bin’s hallo
Ich ruf dich an nur so
Ein Taxi wartet vor der Tür
Sag ein Wörtchen nur
Dann komm ich zu dir hallo
(Neil Diamond/Lindgren/Benny Neijman)
Hallo met mij, hallo
Ik bel gewoon maar zo
Kom bijna niet in slaap vannacht
Ik ben moe dat wel
Maar ik dacht: kom, ik bel
Hallo met mij, hallo
Ik bel maar even zo
Ik hoor zo graag je stem vannacht
En wat ik zeggen wil
Maar je bent zo stil
Hallo
Ik weet wel dat ’t laat is
Ik weet wel ’t is al nacht
Gun me twee minuten van je tijd
Alles wat ik wil
Ik hoor niet wat je zegt
Je klinkt zo ver weg
De lijn is niet zo best
Hallo met mij, hallo
Ik bel, ik mis je zo
Ik heb zo vaak naar je verlangd
Wat ik weten wil
Waarom ben je stil
Hallo
Instrumentaal
Hallo met mij, hallo
Ik bel gewoon maar zo
Kom bijna niet in slaap vannacht
Schatje, zeg toch iets
Waarom hoor ik niets
Hallo
(Cotugno/S. Borgia/B. Neijman)
Pratende handen
Zeggen meer dan duizend woorden
Soms heel simpel met een paar gebaren
En ze vertellen je
De spannendste verhalen
In bijna alle wereldtalen
Zo onderstrepen ze
De onmacht van gevoelens
En vertellen wat geen woorden zeggen
Want ze verklaren zo
Precies wat ze bedoelen
Door gebarend uit te leggen
Refrein:
Want handen zeggen veel
Met handen doe je veel
’n Handig instrument
Maar jij bent dirigent
Pratende handen
Een verstrengeling van vingers
Als teken van hun godsvertrouwen
Als ze geloven
In de liefde en die dingen
Die ze nooit aan iemand toevertrouwen
Ze zijn de zeggingskracht
Van woorden en van daden
We moeten ze op handen dragen
Je ziet het stromen
Van het leven door hun aderen
Als de jaren aan ze knagen
Pratende handen
Ze ballen zich tot vuisten
Als ze op hun manier hun woede koelen
Vaak op degene
Die niet naar hun taal wil luisteren
Wie niet horen wil, die moet maar voelen
(Drafi Deutscher/B. Neijman)
Als jij me vraagt
Mag ik van je houden?
Wat is in ’s hemelsnaam op liefde tegen
Als je mag slaan
Mag je mij ook strelen
Zolang twee mensen elkaar liefde geven
Refrein:
Er zijn geen geboden
In ‘t 11e gebod
Wil jij van me houden
Dan mag dat van God
Geen moraal en geen zonden
En geen stiekem genot
Want er zijn geen verboden
In ‘t 11e gebod
Als jij me vraagt
Is mijn liefde zondig?
Dan kan geen mens jou daarop antwoord geven
Kijk in je hart
Daar kun j’op vertrouwen
Want zonder liefde kan
Een mens niet leven
(M. Reid/A. Shambun/B. Neijman)
Al wat ik aan rijkdom heb vergaard
Ergens ontbrak nog iets voor mij
‘k Liet me verblinden door het klatergoud
Dat lege leven is voorbij
‘k Wil van liefde leven
Om het leven geven
Al het and’re heeft geen waarde meer voor mij
Al ’t goud dat ik heb vergaard
‘k Vind ’t niet de moeite waard
Die waardeloze weelde was maar schijn
Want het goud dat ik vond ben jij
Hoewel ik veel mensen heb gekend
Voelde ik me eenzaam en alleen
Jij bent de schat die ik gevonden heb
Ik voel me rijker dan voorheen
‘k Wil van liefde leven
Om het leven geven
Al het and’re heeft geen waarde meer voor mij
Al ’t goud dat ik heb vergaard
‘k Vind ’t niet de moeite waard
Die waardeloze weelde was maar schijn
Want het goud dat ik vond ben jij
Ik zou wel eeuwig willen leven
Willen schreeuwen
Dat ik van je hou
Instrumentaal
‘k Wil van liefde leven
Om het leven geven
Al het and’re heeft geen waarde meer voor mij
Al ’t goud dat ik heb vergaard
‘k Vind ’t niet de moeite waard
Die waardeloze weelde was maar schijn
Want het goud dat ik vond ben jij
(P. de Lanoe/G. Lenorman/B. Neijman)
Ik kwam wel eens in dat kerkje
Maar nooit – nooit ben ik er nog terug geweest
Men noemt ‘t
’t Huis van de kinderen Gods
In ’t huis van de kinderen Gods
Preekt een stem “Éen Geloof”als een rots
Anderen leven verkeerd
Dus worden ze geweerd
Uit ’t huis van de kind’ren Gods
In de tempel van God onze Heer
Gaat een mens fel uit Godsnaam tekeer
Hij slaat 10 keer een kruis
Maar balt tevens een vuist
Tegen schepsels van God onze Heer
Waar waarom, waarom?
In ’t huis van de kind’ren Gods
Bidt een man in vertrouwen tot God
Hij staat op – brandt een kaars
Lapt die preek aan z’n laars
En ontvangt de genade van God
In ’t huis van de kinderen Gods
(B. v.d. Linden/B. Neijman)
Het is voorbij
Jij bent dan eind’lijk je eigen weg gegaan
Je bent weer vrij
Mijn laatste woorden
Kon je niet horen
Je zei ik ga
Ik riep je na
Het is voorbij
Het is wat vreemd voor mij om weer alleen te staan
Ik ben nu vrij
En moet bekennen
’t Is even wennen
In huis alleen
’t Is haast obsceen
Ik voelde dat het er van komen moest
De laatste maanden
Ging het steeds slechter
En het klikte niet meer zo
Maar wat er verder van je worden moet
Wie zal het weten
Het ga je goed
Het is voorbij
Voorgoed voorbij
Ik moet proberen te vergeten
Ik ben weer vrij
M’n eigen leven
Weer vorm te geven
Een nieuw begin
Met tegenzin
Het is voorbij
Ik hoop dat jij iets
Goeds zult maken van je leven
Zo zonder mij
Dat blijf ik hopen
’t Is zo gelopen
Maar wat je ook doet
Het ga je goed.
(Neil Diamond/Lindgren/Benny Neijman)
Refrein:
Het land van het zwarte goud
M’n land, m’n geboortegrond
De grond waar ik zo van hou
Het land van het zwarte goud
Ons huis stond in een rij, precies dezelfde ramen
In allemaal dezelfde straten
En kwam m’n vader thuis met zwartomrande ogen
Dan viel ie in een stoel, gebroken
We waren toen niet rijk, maar zeker ook niet arm
Dankzij pa zijn sterke armen
In die donkere mijn, heel diep ondergronds
Verdiende hij zijn brood voor ons
Refrein:
Het land van het zwarte goud
M’n land, m’n geboortegrond
De grond waar ik zo van hou
Het land van het zwarte goud
Ik had een fijne jeugd, wij speelden in het koren
En pa stond in de grond te boren
M’n moeder deed de was of stond voor ons te koken
Wij stiekum bij de school te roken
Nog zie ‘k zijn gezicht, zo zwart als zwarte piet
De Sunlightzeep die hielp hem niet
Hij werkte ondergronds, maar bovenal door hem
Ben ik geworden wie ik ben
Refrein:
Het land van het zwarte goud
M’n land, m’n geboortegrond
De grond waar ik zo van hou
Het land van het zwarte goud
De mijn, het zwarte goud, het bikkelharde leven
Hij heeft er alles voor gegeven
Een lijf vol reumatiek, dat hield ie ervan over
En longen vol met silicose
Wie stookt er nog carboon, we boren nu naar gas
Maar hij vertelt hoe ’t vroeger was
Hij hield van zijn beroep, m’n naam heb ik van hem
Die ik zoveel verschuldigd ben
(Pallavicini/Mascara/Dassin/B. Neijman)
’t Is vreemd in huis alleen
Maar ik voel je toch nog om me heen
Want zoveel doet me denken aan jou
Soms hoor ik je stem
Die ik zo goed herken
Je bent weg, want je haatte de sleur
En wie weet op een dag
Sta je weer voor de deur
’t Leven blijft gewoon z’n gang gaan
Ach, daar kom je niet omheen
Ook al ga je op je hoofd staan
Alles blijft zoals voorheen
Wolken zullen altijd blijven
En ’s zomers zal de zon ze doen vergaan
Stel je niet aan
Leef en geniet
Van wat het leven biedt
’t Leven blijft gewoon z’n gang gaan
Ach, daar kom je niet omheen
Ook al zou je naar de maan gaan
Alles blijft zoals voorheen
Ook al staat het in de sterren
Toch blijven de planeten in hun baan
Stel je niet aan
Leef en geniet
Van wat het leven biedt
’t Leven blijft gewoon z’n gang gaan
Ach, daar kom je niet omheen
Ook wanneer wij uit elkaar gaan
Alles blijft zoals voorheen
Ja, ik ben nog steeds dezelfde
Nog steeds die ene man in jouw bestaan
Stel je niet aan
Leef en geniet
Van wat het leven biedt
La, la, la, etc.
(N. Diamond/B. Neijman)
Het samen zijn met jou
Dat zoiets nog bestaat
’t Begon toen jij hier kwam
En het eindigt als je gaat
Van het samen zijn met jou
Geniet ik elk moment
En koester ieder uur
Dat ik je heb gekend
Refrein:
Nooit meer alleen
Geen koude nachten, nee
Nooit meer alleen
Toch ben ik bang
Want alles gaat ooit weer voorbij
En dat je zult weggaan bij mij
’t Samen zijn met jou
De zachtheid van je haar
De naaktheid van je huid
Het schuilen bij elkaar
’t Samen zijn met z’n twee
Wil ik met jou alleen
Het houden van begon
Toen eenzaamheid verdween
Refrein:
Nooit meer alleen
Geen koude nachten, nee
Nooit meer alleen
Altijd die angst
Wanneer zul je weggaan bij mij
Want alles gaat ooit weer voorbij
Want al wat ik heb dat ben jij
’t Samen zijn met jou
Een liefde in ’t kwadraat
’t Begon toen jij hier kwam
En eindigt als je gaat
(A. Ofarim/M. Pacher/B. Neijman
Ik nam een week vakantie
Dus ging ik naar Sorrento
Aan ’t land van de amore
Had ik mijn hart verlôre
‘k Ging naar een ristorante
En dronk een glaasje vino
De glazen bleven klinken
De wijn smaakte te goed
Veel eten en veel drinken
Ik was na een weekie kaput
Ik nam een bord spaghetti
En toen een grote pizza
Ik kreeg wat indigestie
Potdorie mamma mia
En ik schoof molto bene
De hele boel bij me naar binnen
De glazen bleven klinken
De wijn smaakte te goed
Veel eten en veel drinken
Ik was na een weekie kaput
De spaghetti lag zo fijn
Te zwemmen in de wijn
Mangare onbeschoft
M’n maag was bijna ontploft
De spaghetti zat tot hier
Ik stikte in een sliert
Spaghetti – Ravioli – Lasagne – Prosciutto
Daarna macaroni en toen Ossobuccio
Lekker macaroni nog meer canelloni
En daarna gelati met fruit
Ik zat er pico-bello
Tussen de maffioso
M’n lepel in vibrato
Want ik werd un poco nervoso
Dus dronk ik nog wat vino
In plaats van ’n kop cappuccino
Pijn in m’n kop van chianti
En krampen en pijn in m’n maag
‘k Had er goeie vakantie
Maar ‘k lustte het eten te graag
(J.J. Goldman/B. Neijman)
Refrein:
Het wordt tijd dat er iets verandert
Het wordt tijd dat er snel iets gebeurt
Het wordt tijd, hoogste tijd want anders
Zijn de zee, lucht en aarde besmeurd
Is het met ons gebeurd
Het wordt tijd
Na, na, na….
Het wordt tijd dat we moeten kiezen
Het wordt tijd voor ’n nieuw seizoen
Het wordt tijd geen moment te verliezen
Dus we moeten niet praten maar doen
CO2 op rantsoen
Het wordt tijd
Na, na, na….
Het wordt tijd om het tij te keren
Het wordt tijd voor de realiteit
Het wordt tijd ons te realiseren
Waar de grote vervuiling toe leidt
Alle Greenpeace ten spijt
Het wordt tijd
De leefbaarheid van moeder aarde
Is onze verantwoordelijkheid
’n Schoon milieu is van onschatbare waarde
Behoud heeft onze prioriteit
Anders raken we ‘t kwijt
Het wordt tijd
Refrein
(Yannis Spanos/Lina Nikolakopoulou/B. Neijman)
Turkse nachten zijn zo lang
Ik voel je warmte
Bij het licht van volle maan
En oosterse muziek
Turkse nachten maken loom
En het lijkt wel of ik droom
En de wind brandt op mijn huid
Als hete adem
Refrein:
Kom dan en dans met me – dans met me
Als Mata Hari
Dans in m’n armen
Voel die vibratie
Kom dan en dans met me – dans met me
Raak buiten zinnen
Ik zal je verleiden
Ik zal je beminnen
Turkse nachten zijn zo lang
Ik zie je ogen
En nog steeds klinkt door de nacht
Exotische muziek
Turkse nachten zijn zo zwoel
Deze nacht in Istanbul
Voel ik brandend op mijn huid
Jouw hete adem
Refrein:
Kom dan en dans met me – dans met me
Als Mata Hari
Dans in m’n armen
Voel die vibratie
Kom dan en dans met me – dans met me
Raak buiten zinnen
Ik zal je verleiden
Ik zal je beminnen
(M. Tókas/C. Balabanidis/B. Neijman)
Ik zit hier in gedachten aan de kleine haven
En albatrossen drijven krijsend op de wind
De vissers zijn in touw hun netten in te halen
Ik kijk over de zee, die mij met jou verbindt
Hoe zou het met je gaan
Wat zou je aan het doen zijn met je leven?
Denk je ver van mij vandaan
Misschien ook eens aan mij
Al is het even
Hoe zou het met je zijn?
Misschien ben jij de pijn allang te boven
Vergaat het jou net zoals mij?
Bij mij gaat het verlangen maar niet over
De dagen worden maanden en vergaan in jaren
Maar m’n gedachten dwalen steeds weer over zee
En hoeveel schepen zijn sindsdien al uitgevaren
En hoeveel voeren binnen en brachten jou weer mee…
(R. Frank-Jacobi/B. Neijman)
Hoeveel tranen moeten vloeien
Om het bloed dat tevergeefs
Nog vloeien moet
Hoeveel jongens – hoeveel mannen
Moeten sterven voor de strijd
Is doodgebloed
Hoeveel vrouwen zullen blijven zoeken
Naar hun zoon – of naar hun kind
Of naar hun man
En onschuldigen die moeten boeten
Voor de waanzin die geen mens
Meer helpen kan
En een kind ligt in de straten
Houdt een klein pistool van speelgoed
In z’n hand
Met z’n beide ogen open
Kijkt het vredig naar een ver
En beter land
Hoelang al verlangen de mensen
Naar vrijheid en vrede
In ’n wereld vol waanzin
Door haat en afgunst verscheurd
Zullen we van onze fouten
Uit ’t verleden nooit leren
En wie stopt de waanzin
Die daag’lijks nog altijd gebeurt
Hoeveel mensen moeten vluchten
Voor gevechten – voor gevaar
En voor geweld
En een man ligt onbegraven
Op een kaal van God-verlaten mijnenveld
En dan kijken ze totaal verslagen
In die puinhoop van verdriet
Nog even om
Even denken ze aan betere dagen
Toen nog niemand zich zo’n hel
Bedenken kon
(A. Schairer/G. Tielman/B. Herrmann/B. Meinunger/B. Neijman)
Je rekent vaak op je verstand
Je hebt je leven in de hand
Maar onvoorspelbaar als ’t weer
Volg je je hart weer keer op keer
Het kent geen taboe
Dan loopt het anders dan je denkt
Alleen je hart zegt wat of hoe
Het kent geen taboe
Hoeveel geheimen kent ’n hart
Het is gesloten en gehard
’t Is bijna safer als een kluis
Het is de haven van je huis
Hoeveel geheimen heeft ’n hart
Het is je veilige kompas
Het vaart op zeker of vaart blind
Haast onbevangen als een kind
Je doet je heel vaak anders voor
Dat heeft je hart onmidd’lijk door
Het is de rechter van je ziel
Het kan je helemaal doorzien
Het kent geen taboe
En weet je niet meer wat te doen
Dan zegt je hart jou wat of hoe
Het kent geen taboe
Hoeveel geheimen kent ’n hart
Het is gesloten en gehard
’t Is bijna safer als een kluis
Het is de haven van je huis
Hoeveel geheimen heeft ’n hart 2x
Het is je veilige kompas
Het vaart op zeker of vaart blind
Haast onbevangen als een kind
WAAROM FLUISTER IK JOUW NAAM NOG
Copyright 2024 Benny Neyman