V
(T.Hermans/Bewerking B. Neijman)
’t Mooiste beeld
dat ik van m’n vader heb
is op die stoel
in de zon
voor de deur.
’t Mooiste beeld
dat ik van m’n vader heb
is op die stoel
voor de deur
in de zon.
Achterover leunend
tegen die witte muur.
Die witte muur
die nog warm was van de zomer.
Zo zat ie daar
’n man van 58 jaar
de laatste maanden van zijn leven.
Zo zat ie daar te wachten
op de duiven
en hij keek maar naar de hemel,
naar de wolken en de lucht.
En als die duiven dan kwamen
riep hij hun namen: duifke, duifke
met die zachte stem
die ik nog altijd van hem hoor.
Hij was veel te jong toen ik hem verloor
’t was op ’n zondagmiddag in de zomer
en de zon scheen op die witte muur
hij glimlachte, sloot z’n ogen
toen is ie met de duiven
weggevlogen.
(Albini/Bigazzi/Falagiani/B. Neijman)
Hij was nog maar een jongen
Van amper achttien jaar
Die altijd maar een droom had
Naar Amsterdam te gaan
Daar zou hij het gaan maken
Daar maakten ze hem ’n ster
Hij zou z’n eigen weg gaan
Al was die weg nog ver
Z’n moeder en z’n vader
Lieten hem niet graag gaan
Maar hebben hem toch later
Zijn droomwens toegestaan
Dus pakte hij z’n koffer
Z’n moed en z’n gitaar
En ging die mooie zomer
Zijn dromen achterna
Zag voor ’t eerst Wim Kan in Amsterdam
En Sonneveld in ’t nieuwe de la Mar
Zag Toon Hermans langs de Amstel lopen
Durfde niet goed naar hem toe te gaan
Het was een lange weg
Van ideaal naar Carré
Zou hij dat ooit ervaren
Hij had geen enkel idee
Hij was vol goeie moed
Vocht zich een weg erheen
Volgde gewoon z’n dromen
En zong zijn lied alleen
Instrumentaal
Hij zou ’t wel gaan maken
Net als Ramses, List of Pien
Maar niemand wou hem horen
En niemand wou hem zien
Zong zijn eerste plaatje : Amsterdam
Zong bij Bolle Jan in de Jordaan
Zong zijn lied voor wie het maar wou horen
Maar nog wist geen hond van zijn bestaan
Het was een lange weg
Van ideaal naar Carré
Zou hij dat ooit ervaren
Hij had geen enkel idee
Hoe vond ie ooit de moed
Zong zich een weg erheen
Volgde gewoon z’n dromen
Van ideaal naar Carré
Instrumentaal
Hoe vond ie ooit de moed
Zong zich een weg erheen
Volgde gewoon z’n dromen
Van ideaal naar Carré
(Aufray/Buggy Vline/Sabar/B. Neijman)
Mensen lopen met de neus in de wind
Ze leven als ’n ontevreden kind
Ze vechten voor vrede, geloof of voor geld
En preken die vrede met zinloos geweld
Verbeter de wereld begin bij jezelf
De rest van die wereld ze volgt je vanzelf
Verbeter de wereld begin bij jezelf
’n Betere wereld komt niet vanzelf
Mensen leven als een kip zonder kop
Van hier tot daar en verder houdt ’t op
Ze koesteren dromen en draven maar door
Ze splitsen atomen en God weet waarvoor
Verbeter de wereld begin bij jezelf
’n Leefbare wereld die maak je toch zelf
Verbeter de wereld begin bij jezelf
De rest van die wereld ze volgt je vanzelf
Verbeter de wereld begin bij jezelf
’n Betere wereld komt niet vanzelf
(Moussac/S. Lama/Cochiante/Benny Neijman)
Bonnie:
‘k Zit hier ver verlaten van jou
New York is zo groot en zo grauw
Verder valt ’t wel mee
’t Leven in de States gaat te gauw
De steaks zijn te rauw
Maar ach, verder valt ’t wel mee
Niemand hier bemoeit zich met mij
Je voelt je zo vreemd en vrij
In dit land overzee
Verder valt ’t wel mee
Benny:
’t Leven zonder jou gaat z’n gang
De nachten zijn leeg en lang
Verder valt ’t wel mee
Ik krijg ’t hier steeds vaker benauwd
De dagen zijn kil en koud
Verder valt ’t wel mee
Als jij in New York toch eens wist
Hoezeer ik je hier zo mis
Nee, je hebt geen idee
Want verder valt ’t wel mee
Samen:
Kilometers van elkaar
Waarom leef ik hier en jij daar
Leven zonder jou heeft geen zin
En lachen al evenmin
Nee, je hebt geen idee
Nachten vol met tranen van spijt
De kostbare tijd verglijdt
We zijn elkaar kwijt
Verder valt ’t wel mee
Desondanks het leven gaat door
Maar voor wie, waarom en waarvoor
Want we gaan er zo zelf onderdoor
Alle twee
Maar verder valt ’t wel mee
Benny:
Houden van verdwijnt niet zo vlug
Maar is er ’n weg terug
Heb jij enig idee
Heus, dat valt nog niet mee
Samen:
Kilometers ver van elkaar
Waarom leef ik hier en jij daar
Leven zonder jou heeft geen zin
En lachen al evenmin
Nee, je hebt geen idee
Nachten vol met tranen van spijt
De kostbare tijd verglijdt
We zijn elkaar kwijt
Verder valt ’t wel mee
Desondanks het leven gaat door
Maar voor wie, waarom en waarvoor
Want we gaan er zo zelf onderdoor
Alle twee
Maar verder valt ’t wel mee
Mmmmmmmmmmmm………….
Verder valt ’t wel mee
Mmmmmmmmmmmm………….
(F. François/J.M. Bériat/B. Neijman)
Als je ’t niet meer zitten ziet
Voel je je verdoofd
Hangt ’n lage drukgebied
Recht boven je hoofd
Voel je je verloren
Word je weer herboren
Als je in jezelf gelooft
Refrein:
Vergeten zijn de tranen
Trek ’n hele grote streep door je verdriet
Vergeten zijn de tranen
Ga ze stelpen want echt helpen doen ze niet
Vergeet al die bittere tranen
Die je jankte in het donker van de nacht
Vergeten zijn de tranen
Je bent leuker en veel mooier als je lacht
Als het weer eens tegenzit
Als men je vergeet
Wees dan niet zo’n kankerpit
Pak jezelf dan beet
Laat je niet verleiden
Door zelfmedelijden
Leven dat is lief en leed
Refrein:
Vergeten zijn de tranen
Trek ’n hele grote streep door je verdriet
Vergeten zijn de tranen
Ga ze stelpen want echt helpen doen ze niet
Vergeet al die bittere tranen
Die je jankte in het donker van de nacht
Vergeten zijn de tranen
Je bent leuker en veel mooier als je lacht
Heb je weer eens tegenwind
’t Regent dat ’t giet
Loop je door een labyrint
En vindt de uitgang niet
Laat ’t niet gebeuren
Lachen opent deuren
Lachen wint ’t van verdriet
Refrein:
Vergeten zijn de tranen
Trek ’n hele grote streep door je verdriet
Vergeten zijn de tranen
Ga ze stelpen want echt helpen doen ze niet 2x
Vergeet al die bittere tranen
Die je jankte in het donker van de nacht
Vergeten zijn de tranen
Je bent leuker en veel mooier als je lacht
(Randy Newman/Benny Neijman)
Nee, van mij zul je geen traan meer zien
Ik heb ze later, wie weet, nog wel nodig misschien
Ik ben wel ‘ns dronken maar dat zijn er meer
En ’t leven gaat verder dus ik moet wel weer
Refrein:
Vergeven, voorbij en vergeten
Maar weet je ik mis je zo
Vergeven, voorbij en vergeten
Maar weet je ik mis je nog steeds
Ik heb vrienden genoeg waar ik mee uit kan gaan
Ik heb m’n werk, ik heb ’n hond, ik heb m’n hobbies
Ik weet dat ik gek word van eenzaamheid
Vandaar dat ik lol zoek en vrolijkheid
En ’t kan me niet schelen waar je nu logeert
Want ik hoef niet te weten hoe je nu hoereert
Refrein:
Vergeven, voorbij en vergeten
Maar weet je ik mis je zo
Vergeven, voorbij en vergeten
Maar weet je ik mis je nog steeds
(M. Theodorakis/B. Neijman)
Este mien traone zuus
Blief daan neet stoon.
Dat kump umtot ‘ch get verkajd bin
En es ‘ch bazel euver daan en toen,
Kump dat mesjien allein umtot iech aajd weur.
In mien herinnering boe in iech leef
Nump m’ch d’n draank mét trok nao vreuger,
Daan dink ‘ch soms aon wat m‘ch euverbleef,
En weur vaan puur sjagrijn allein mer neuchter.
Verlore jaore,
Neet mie wat ’t vreuger waor.
Vergete flarde oet m’n jeug:
Mét gêin miljoen mie trök te koupe.
De pijjn geneus mesjien, ’t waor zoe sjoen.
Sjoender es in ’t paradies.
Verlore en veurbijj, verjaord, verlaope.
In al deen tied bleef weinig m ‘ch gespaord,
Mer iech höb de mood noets opgegeve,
Want mien verhaole zien nog niet verjaord:
Ze geve krach um wijjer door te leve.
(R. Mey/B. Neijman)
Dat jij nog steeds na al die jaren
Dat je nog altijd bij me bent
’t Waren bijna tropenjaren
Ik maak je echt ’n compliment
Na alle vechten – alle fouten
Na alle ruzies – alle strijd
Kun je nog altijd van me houden
En met me leven in geborgenheid
We gingen vaak door diepe dalen
We hebben gevochten voor elkaar
Er viel soms elders wat te halen
Maar we trotseerden elk gevaar
We konden dromen van een ander
We konden vluchten, da’s een feit
Maar we zijn voor elkaar geboren
En verloren in verbondenheid
Refrein:
Hoe vaak hebben wij ons tweeën
Niet de hemel in gevreeën
’t Is door niets te evenaren
En is ook niet te verklaren
Maar de climax van ons leven
Moet ik nog met jou beleven
In de honger – in de liefde
In verlangen en in jou
Je moet wat maken van je leven
Wij namen ’t zoals ’t kwam
Je moet wat nemen en wat geven
Dat houdt de spanning lekker warm
Je kan nooit weten van tevoren
Hoe je weg is geplaveid
Maar wij zijn voor elkaar geboren
En verloren in verbondenheid
Refrein:
Hoe vaak hebben wij ons tweeën
Niet de hemel in gevreeën
’t Is door niets te evenaren
En is ook niet te verklaren
Maar de climax van ons leven
Moet ik nog met jou beleven
In de honger – in de liefde
In verlangen en in jou
Nu jij nog steeds na al die jaren
Nu jij nog altijd bij me bent
Ik kan ’t bijna niet verklaren
Streven we naar een “happy-end”
En is de hartstocht vastgevroren
Ook na een hele lange tijd
We blijven voor elkaar geboren
En verloren in verbondenheid
(R. Frank-Jacobi/Aristakis/B. Neijman)
Du hast den Sonnenschein im Blut
Der Blick von deinen Augen
Ist wie ein Pfeil der mich durchbohrt
Und tief im Herzen trifft
Und es macht ‘Tilt’ in meinem Kopf
Wenn wir zusammen laufen
Wenn deine Hände mich berühren
Dann krieg’ ich weiche Knie
Mit dir zu reden tut mir gut
Wenn wir zusammen plaudern
Dann fange ich zu stottern an
Benimm’ mich wie ein Kind
Ich komm mir manchmal albern vor
Kann’s immer noch nicht glauben
Ich bin total in dich verknallt
Ich bin verrückt nach dir
Refrein:
Verrückt nach dir, ich bin ganz einfach verrückt nach dir
Und ich geh gerne durch tausend Feuer
Nur für eine Nacht mit dir
Verrückt nach dir, ich bin ganz einfach verrückt nach dir
Und mein Verstand sagt mir nur noch eines
Ich krieg nie genug von dir
Ich seh’ uns beide schon alleine
In der Sonne liegen
Ich höre schon wie du mir sagst
Ich will noch mehr von dir
Ich beiss mir alle Finger wund
Um in dein Herz zu kriechen
Ich bin daneben, ich bin weg
Ich hab’ den Sinn für Zeit und Raum
Seit ich dich kenn’ verloren
Und manchmal sag’ ich mir verdammt
Du hast mich Krank gemacht
Dann stehst du wieder da vor mir
Ich hab’ umsonst geschworen
Mal wieder Stark zu sein heut’ Nacht
Du machst mich wieder Schwach
Refrein:
Und mein Verstand sagt mir nur noch eines
Ich krieg nie genug von dir
(C.M. Schönberg/Benny Neijman)
‘k Was een joch van amper vijftien jaar
‘k Had brillantine in m’n haar
Er zat een meisje in de klas
Waar ‘k in ’t geheim verliefd op was
En op die bank in ’t plantsoen
Gaf ik de allereerste zoen
‘k Was als joch zo vaak verliefd
Maar bij de meisjes niet geliefd
Want ik was te mager en te lang
Ik zat vol met pukkels op m’n wang
Ik was verlegen en vaak bang
Maar ook de hang naar avontuur
Werd alsmaar groter op den duur
En op m’n kamer hing ’t portret
Van Brigitte Bardot boven m’n bed
Ik streelde in m’n wildste droom
Haar naakte lichaam zonder schroom
‘k Schrok wakker badend in het zweet
‘k Lag dwars op bed was half ontkleed
Ik wist al alles van l’amour
Maar van ’t leven nog geen moer
‘k Was een joch van amper vijftien jaar
Zo’n puistig puber exemplaar
Ik weet nog goed, die eerste keer
‘k Was toen bij Thea in de leer
‘t Liep volledig uit de hand
Ik was met recht een dilettant
Maar je verliest je wilde haar
Je krijgt ervaring weliswaar
Toch voel ‘k me bijna altijd weer
Net als die allereerste keer
Net als dat joch van vijftien jaar
Met brillantine in z’n haar
Maar ik ben helaas geen vijftien meer
Instrumentaal
(Don McLean)
Starry, starry night
Paint your palette blue and grey
Look out on a summer’s day
With eyes that know
The darkness in my soul
Shadows on the hill
Sketch the trees and the daffodils
Catch the breeze and the winter chills
In colours on the snowy linen land
Now I understand
What you tried to say to me
How you suffered for your sanity
How you tried to set them free
They would not listen
They did not know how
Perhaps they’ll listen now
Starry, starry night
Flaming flowers that brightly blaze
Swirling clouds in violet haze
Reflect in Vincent’s eyes of China blue
Colours changing hue
Morning fields of amber grain
Weathered faces lined in pain
Are soothed beneath
The artist’s loving hand
Now I understand
What you tried to say to me
How you suffered for your sanity
How you tried to set them free
They would not listen
They did not know how
Perhaps they listen now
For they could not love you
But still your love was true
And when no hope was left inside
On that starry, starry night
You took your life as lovers often do
But I could have told you Vincent
This world was never meant
For one as beautiful as you
Starry, starry night
Portraits hung in empty halls
Frameless heads on nameless walls
With eyes that watch
The world and can’t forget
Like the strangers that you’ve met
The ragged men in ragged clothes
The silver thorn of bloody rose
Lie crushed and broken
On the virgin snow
And now I think I know
What you tried to say to me
And how you suffered for your sanity
And how you tried to set them free
They would not listen
They’re not listening still
Perhaps they never will
(Benny Neijman)
De vlinders van de nacht
Ze denken niet aan slapen
Ze denken niet aan gapen
De vlinders van de nacht
Ze houden van ’t donker
Aan hunkerende honger
Ontleden zij hun kracht
De vlinders van de nacht
Als andere mensen dromen
Ontwaken ze en komen
Als muggen af op ’t licht
Neon in de straten
Betovert, want ze haten
’t Held’re morgenlicht
De vlinders van de nacht
Ze fladd’ren door de steden
Ze sussen hun geweten
Met drank in ’t café
Ze blijven alsmaar tanken
Maar zitten steeds te denken
Ging met mij maar iemand mee
De vlinders van de nacht
Door duisternis omgeven
Beginnen ze te leven
De hoeren en de nichten
De naamloze gezichten
’n Schaduw op de gracht
De vlinders van de nacht
Ze jagen op hun prooien
Of leven van de fooien
Ze zoeken naar genot
Ze zoeken maar als blinden
Maar nooit zullen ze vinden
Ze gaan eraan kapot
De vlinders van de nacht
Ze zingen hun refreinen
Op parken of op pleinen
Ze sluipen door de nacht
’t Klakken van hun schoenen
Weerklinkt in de plantsoenen
Geopend is de jacht
De vlinders van de nacht
Gevangen en gehavend
Verslonden en verslavend
Betoverd door de nacht
Verlangen ze naar liefde
Wat niemand hen kan beiden
De vlinders van de nacht, de vlinders van de nacht
De vlinders van de nacht, de vlinders van de nacht
(J. Webb/B. Neijman)
De zon viel door de bomen van het park
En we vreeën op een bank
Of we rolden in het gras
Blaffend liep een hond jou haast omver
Ik genoot zo van je lach
Die er daarna nooit meer was
Het Vondelpark vereenzaamt in de nacht
Waar nog steeds diezelfde bomen staan
Zoekend als een schaduw zonder jou
Loop ik drijfnat door de regen
Ik kan er niet meer tegen
Wat moet ik met mijn leven zonder jou, zonder jou…..
Ik zie nog steeds je haren in de wind
En we stoeiden als twee kinderen
Toen kuste jij mijn mond
Lachend met mijn armen om jou heen
Zag ik niets dan jou alleen
Of de wereld niet bestond
Het Vondelpark vereenzaamt in de nacht
Waar nog steeds diezelfde bomen staan
Zoekend als een schaduw zonder jou
Loop ik drijfnat door de regen
Ik kan er niet meer tegen
Wat moet ik met mijn leven zonder jou, zonder jou…..
Zal er ooit een ander voor me staan
Wie zal het weten
Zal m’n hart ooit voor een ander slaan
En jou vergeten
Zou die pijn ooit nog voorbij gaan
En krijgt mijn leven ooit weer vrij baan
Voor een nieuwe kans
Want hoe genees je een gebroken hart
Is er een medicijn?
Ik neem m’n eigen leven bij de hand
Want niemand doet ‘t
Ik heb mezelf weer helemaal vermand
Want ach zo moet het
Ik zal vechten tot ik jou vergeet
En gewoon opnieuw gaan leven
Vrij zijn zonder jou
Want hoe genees je een gebroken hart
Wie geneest er een gebroken hart
Is er een medicijn?
Zou dat er zijn?
(N. Ignatiadis/Benny Neijman)
Tot ik jou vond, was ik een zwerver
Een doelloos dwalende zigeuner
Ik was bang om mij te binden
En had het leven lief
Maar die septembernacht
Zag ik je mooie ogen
Wat had dat ooit gedacht
Ik kon het niet geloven
Ik leef alleen nog maar voor jou
‘k Ben verkocht met heel mijn ziel
Sinds jij uit de hemel viel
Ik geef alleen nog maar om jou
Sinds jij in m’n leven kwam
En de teugels overnam
Tot ik jou vond, was ik een stroper
Een scheve schaats rijdende schooier
En al wat mooi was wou ik nemen
Maar al het moois nam jij
Tot die septembernacht
Ik keek in je ogen
Wie had dat ooit verwacht
Ik kon het niet geloven
Ik leef alleen nog maar voor jou
‘k Ben verkocht met heel mijn ziel
Sinds jij uit de hemel viel
Ik geef alleen nog maar om jou
Sinds jij in m’n leven kwam
En de teugels overnam
Ik geef alleen nog maar om jou
Sinds jij in m’n leven kwam
En de teugels overnam
(P. Cornelius/Benny Neijman)
Ik vind ’t echt wel fijn
Om vogelvrij te zijn
‘k Kan alles doen en laten
Wat ‘k zelf wil
Met niemand iets te maken
Dat zijn mijn eigen zaken
Toch vraag ik me soms af
Of ik zo verder wil
Refrein:
Ik wil vrij, vrij, vrij
Vrij en bij jou zijn
Ik wil bij jou, vrij, allebei
En we leven wel apart
Maar niet together
Want daarvoor zijn we beiden te laf
Want daarvoor zijn we beiden te laf
O, o, o, o, o, o, o………
Ik heb ’n huis en ’n kleuren-teevee
’n Mooie tuin, maar schat wat moet ik ermee
Geef alles ook weer uit wat ik verdien
De spullen die ik in huis heb staan
Daar heb ik wel, maar jij niks aan
Ik zou zo graag die dingen willen delen met jou
Refrein:
Ik wil vrij, vrij, vrij
Vrij en bij jou zijn
Ik wil bij jou, vrij, allebei
En we leven apart
Maar niet together
Want daarvoor zijn we beiden te laf
Want daarvoor zijn we beiden te laf
O, o, o, o, o, o, o………
Ik wil vrij, vrij, vrij
Vrij en bij jou zijn
Ik wil bij jou, vrij, allebei
En we leven apart
Maar niet together
Want daarvoor zijn we beiden te laf
Want daarvoor zijn we beiden te laf
O, o, o, o, o, o, o………
Ik wil vrij en bij jou
Jij wilt vrij en bij mij zijn
Ik wil vrij en bij jou zijn
Ik wil ’t allebei
Jij wilt vrij en bij mij zijn
(Benny Neijman)
Ze kennen slechts de schaduwkant van ’t leven
Want ’n lichtpunt hebben zij nog nooit gezien
Ze vochten, vloekten, huilden in hun streven
Maar ’t leven drong ze langzaam op hun knie
Zij behoorden tot diegenen, die hoog boven alles staan
De problemen hier beneden zijn ze uit de weg gegaan
Ze behoren tot diegenen die gehard, gepantserd zijn
Want ze wennen wel aan de pijn
Refrein:
Vrije vogels
Ze vliegen net zo lang de wind hun vleugels dragen kan
Vrije vogels
Ze nemen elke dag gewoon zoals ie komen kan
Vrije vogels
Tot ze morgen met de noorderzon vertrokken zijn
Voor ’n echte vrije vogel is elke kooi te klein
Ze zeggen wat ze denken toch zijn ze te vertrouwen
Maar kom je te dichtbij dan vliegen ze er vandoor
En als je ze verwondt, ze dreigen met hun klauwen
Je volgt ze maar verliest al snel het spoor
In hun ogen staat geschreven wat er in hun wezens schuilt
Zijn getekend door het leven hebben veel te veel gehuild
Vrije vogels dat zijn mensen die nog mens gebleven zijn
Want ze wennen wel aan de pijn
Refrein:
Vrije vogels
Ze vliegen net zo lang de wind hun vleugels dragen kan
Vrije vogels
Ze nemen elke dag gewoon zoals ie komen kan
Vrije vogels
Tot ze morgen met de noorderzon vertrokken zijn
Voor ’n echte vrije vogel is elke kooi te klein
Instrumentaal
(R. Frank Jacobi/R. Frank Jacobi/Benny Neijman)
Intro: la la la la la la………
Hij is zo zielig zo alleen
Z’n eten haalt ie uit de muur
De eenzaamheid die drijft ‘m voort
Dat is vaak wat men van ‘m denkt
Is niet getrouwd
Heeft geen gezin
Z’n bed blijft koud de hele nacht
En ook zijn flat is vast ‘n bende
Omdat er niemand als ie thuiskomt
Op hem wacht
Refrein:
Maar een vrijgezel die gaat pas slapen
Als ie alle sterren heeft gezien
Als ie van zijn vrijheid heeft genoten
Als ie zegt: ’t was fijn, bedankt, tot ziens
‘n Vrijgezel die gaat pas slapen
Als ie al z’n zinnen heeft geblust
Pas wanneer de vogels weer gaan zingen
Gaat ie naar huis terug
Hij heeft ‘t ooit wel geprobeerd
Hij trouwde voor z’n goed fatsoen
Hij heeft er heel wat van geleerd
Nee echt hij zou ’t nooit meer doen
Hij kon niet zus, hij mocht niet zo
Z’n kroegie zag ie maar mondjesmaat
En elke avond weer kassie kijken
Totdat ie van verveling omviel van de slaap
Refrein:
Maar een vrijgezel die gaat pas slapen
Als ie alle sterren heeft gezien
Als ie van zijn vrijheid heeft genoten
Als ie zegt: ’t was fijn, bedankt, tot ziens
‘n Vrijgezel die gaat pas slapen
Als ie al z’n zinnen heeft geblust
Pas wanneer de vogels weer gaan zingen
Gaat ie naar huis terug
Een vrijgezel die gaat pas slapen
Als ie al z’n zinnen heeft geblust
Pas wanneer de vogels weer gaan zingen
Gaat ie naar huis terug
Koor: Refrein
Benny: Een vrijgezel die gaat pas slapen
Als ie al z’n zinnen heeft geblust
Pas wanneer de vogels weer gaan zingen
Gaat ie naar huis terug
W-Y
Teksten W-Y
WAAROM FLUISTER IK JOUW NAAM NOG
WAS EINMAL WAR, DAS WAR
WAT BEN IK ZONDER JOU
WAT WAS HET LEVEN MOOI
WEET JE NOG WEL
WENN DU EINMAL VON MIR GEHST
WENN DU NICHT BEI MIR BIST HEUT’ NACHT
WIE GEHT ES DIR
WIE HET LEVEN KENT
WIE IECH NOG E JUNGSKE WAOR
WIE IS VOLMAAKT
WIE SJOEN US LIMBURG IS
WIJ ZITTEN GOED VOOR DE TV
WILDE VÖGEL
WITTE STREPEN
WONDERBAARLIJK MAGISCH
WONDERKIND
YOU NEEDED ME
(N. Ignatiadis/Benny Neijman)
Vergeten, hoe zou ik jou kunnen vergeten
De jaren zijn voorbij gegleden
Voorgoed verdwenen in de tijd
En dromen, ik zal wel altijd blijven dromen
Je hebt me alle hoop ontnomen
Het is gewoon verleden tijd
Mmmmmmmmm…..
Refrein:
Maar waarom fluister ik jouw naam nog
Hoor ik steeds je stem
Ik zie je levensgroot hier staan nog
Omdat ik niets vergeten ben
Waarom ruik ik steeds je geur nog
Of je bij me bent
Wat is er toen met mij gebeurd toch
Ach, had ik jou maar nooit gekend
Mijn leven, het gaat gewoon z’n gang m’n leven
Maar soms verlang ik toch heel even
Verlang ik even weer naar jou
Verloren, ik heb de moed allang verloren
We wisten beiden van tevoren
Dat dit niet eeuwig duren zou
Mmmmmmmmm…..
Refrein:
Maar waarom fluister ik jouw naam nog
Hoor ik steeds je stem
Ik zie je levensgroot hier staan nog
Omdat ik niets vergeten ben
Waarom ruik ik steeds je geur nog
Of je bij me bent
Wat is er toen met mij gebeurd toch
Ach, had ik jou maar nooit gekend
(D. Gates/R. Frank-Jacobi)
Dann stehst du da allein
Freunde meinen nur, es musste wohl so sein
Doch seit du weg bist weiss ich nicht mehr was ich tue
Ich leb’ nicht mehr un du, dir ist das nun egal
Ich schlafe nicht mehr nachts
Weiss nur noch, ich muss zur Arbeit um halb acht
Abends schnell ein Steak, dann in die Kneipe ‘rein
Ich geh’ ganz langsam ‘ein, mein Gott wärst du nur da
Refrein:
Doch was einmal war, das war
Und was nicht sein soll, soll nicht sein
Das ist mir klar
Alles leicht gesagt und doch so schwer getan
Dann fängt der Abend an, such’ ich dich überall
Und schlaf’ ich langsam ein
Spür’ ich noch immer du bist mein
Gesprochen:
O.K. es ist gelaufen, du bist wieder frei
Aber war die Zeit nicht schön mit uns zwei?
Dass er dazwischen kam, da kann keiner was dafür
Aber setzt er dich mal vor die Tür
Wirdst du spüren, was ich spür’
Refrein:
Doch was einmal war, das war
Und was nicht sein soll, soll nicht sein
Das ist mir klar
Alles leicht gesagt und doch so schwer getan
Dann fängt der Abend an, such’ ich dich überall
Und schlaf’ ich langsam ein
Spür’ ich noch immer du bist mein
(S. Cutugno/P. Delanoe/C. Lemesle/Benny Neijman)
Wat ben ik zonder jou
Ik herken mezelf niet meer
Want ik leefde voor jou
Maar ik leef niet meer
Wat ben ik zonder jou
Ik heb lak aan iedereen
Ik was bezeten van jou
Maar ik had je niet voor mij alleen
Ik drink teveel en rook teveel
‘k Heb geen tranen meer
Geen toekomst meer
Geen warmte meer
Geen leven meer
‘k Vind ’t thuis niet meer
Dus ga ik weer
Ik duik de kroegen in
Maar heeft het zin
Om me laveloos te drinken
Tot de dag begint
Wat ben ik zonder jou
Ik ken mezelf niet meer
Want ik leefde voor jou
Maar ik leef niet meer
Maar waar ik ga
Of waar ik sta
Jij zult nooit uit m’n gedachten gaan
Ik scheld op jou, verlang naar jou
Je bent waardeloos, maar ik hou van jou
Nou daar sta ik dan
Wat moet ik doen
Wie heeft jou het recht gegeven
Mij dit aan te doen
Wat ben ik zonder jou
Ik ken mezelf niet meer
Ik wou leven met jou
Maar ik leef niet meer
Wie ben ik zonder jou
Een hulpeloze vent
Die ging houden van jou
De stommeling,
Maar alles went
Alles went
(Y. Duteil/B. Neijman)
Wat was het leven mooi
In het straatje waar ik woonde
Ons huis was maar heel klein
De zesde van de rij
Een doodnormale buurt
Waar iedereen gewoon deed
Maar toch was het voor mij
Het grootste droompaleis
We hadden er een tuin
Van vier vierkante meter
En altijd scheen de zon
Althans zo lijkt het nou
Wat hadden we ’t goed
Al hebben we ’t nu beter
De tuin was altijd groen
De lucht was altijd blauw
En nergens in de buurt
Had je zo’n kleine winkel
Gezellig op een hoek
Waar ik toen heel vaak kwam
Eenvoudig en niet duur
Zo’n winkeltje van sinkel
Met kruiden en met koek
Gewogen op de gram
We speelden nog op straat
We vochten op het schoolplein
Ik rookte met een maat
M’n eerste sigaret
Dan kreeg ik het te kwaad
Werd duizelig, kreeg hoofdpijn
Een beetje kattekwaad
Maar ach, we hadden pret
We kenden nog geen stress
We kenden geen ellende
We hadden nog ontzag
Voor onze lieve Heer
En melk zat in een fles
’t Is bijna ’n legende
En buiten hing de was
We kennen het niet meer
En ’s zondags naar de kerk
Dat moesten we van oma
We zongen alles mee
In ons zondagse pak
Maar God, we hadden pret
En ‘s middags speelde Roda
Weer tegen P.S.V.
Of tegen NEC of NAC
En ’s avonds op t.v.
“Een kwartje per seconde”
En Pipo en Ageeth
Of de vuist van Willem Duys
Mies Bouwman in zwart-wit
En mooi dat we haar vonden
Dus zat de hele bubs
Gekluisterd aan de buis
Wat was het leven mooi
In het straatje waar ik woonde
Dit is voorgoed voorbij
’t Komt nooit meer terug
Dat huisje in de rij
Hebben ze afgebroken
De winkel die is weg
De mensen zijn gevlucht
Maar rij ik er voorbij
Dan zie ik het weer voor me
Dan ruik ik haast vanzelf
Die zoete spruitjesgeur
Toch zal ik er m’n leven lang
Wel blijven wonen
Al staan er nu dan flats
Met drempels voor de deur
Instrumentaal
Wat hadden we ’t goed
Wat waren we gelukkig
En altijd scheen de zon
En altijd weer mooi weer
De vruchten smaakten zoet
De oogst kon nooit mislukken
De buurt is doodgebloed
Het huis staat er niet meer
(R. Holmes/Benny Neijman)
Weet je niet meer wie ik ben
Ik heb me nog niet voorgesteld
‘k Ben de vent die jaren terug
Je vriendje was, de tijd gaat vlug
We leefden samen toen
Je kent me vast nog wel
Allebei de afwas doen
Weet je nog wel
Ik zie je lacht erom
Jij vond ’t kinderspel
Dat ik jou tegenkom
Weet je nog wel
Weet je nog die ene keer
Dat café, ik weet ’t weer
In die kroeg was drank genoeg
Waarna jij mij de trap op droeg
Er is zoveel gebeurd
We waren jong dat wel
En we werden meegesleurd
Weet je nog wel
We vreeën nachtenlang
Dat was ons lievelingsspel
Boordevol van levensdrang
Weet je nog wel
Instrumentaal
Dat jij veranderd bent
Dat is normaal, dat wel
Maar dat je me vergeten bent
Weet je nog wel
Weet je nog wel
(N. Ignatiadis/R. Frank Jacobi)
Du schaust mich nicht mehr an
Was ist los mit dir?
Du hast noch nicht einmal
Meinen Blick berührt
Du redest schon von Abschied
Als wäre alles vorbei
Als wär’s gelaufen mit uns zwei
Refrein:
Wenn du einmal von mir gehst
Wenn du einmal von mir gehst
Nimm soviel du willst
Nur lass mir meine Souvenirs
Wenn du einmal von mir gehst
Wenn du einmal von mir gehst
Lass noch ein paar Tage
Deinen Namen an der Tür
Hast du schon vergessen
Was uns zwei verband?
Wirf uns nicht vor
Wir sind ausgebrannt
Du warst doch zufrieden
Du warst glücklich mit mir
Bitte bleib ein wenig
Bleib bei mir
Refrein:
Wenn du einmal von mir gehst
Wenn du einmal von mir gehst
Nimm soviel du willst
Nur lass mir meine Souvenirs
Wenn du einmal von mir gehst
Wenn du einmal von mir gehst
Lass noch ein paar Tage
Deinen Namen an der Tür
(R. Frank-Jacobi/G. Stellaard/B. Neijman)
Seit du fortgingst war ich oft allein
Ohne Liebe, ohne Sonnenschein
Ich hab’s noch nicht verdaut
Es ging auch viel zu schnell
Ohne Streit ohne Krach
Wir waren so vertraut
Wir zwei auf dieser Welt
Du hast nur gesagt:
Ich werde gehen heute Nacht
So viel Menschen leben um mich hin
Und sie glauben dass ich drüber bin
Ich streng mich stündlich an
Als wäre nichts geschehen
Wenn der Tag erwacht
Doch was ich wirklich süre
Wer kann das schon verstehen
Wer gibt mir die Kraft
Wenn du nicht bei mir bist heut’ Nacht?
Refrein:
Die Zeit mit dir sie bleibt für mich
Obwohl du gingst ein Stück Erinnerung
Hab’ nichts bereut, es ist so wie es ist
Ich frage mich nicht mehr warum
Ich will leben
Und was geschehen ist, ist vorüber
Und seit längst vorbei
Vorbei mit uns und doch war alles Wunderbar
Und Traumhaft mit uns zwei
Seit du vortgingst bin ich hier allein
Nur in Gedanken kann ich bei dir sein
Ich hör’ noch wie du lachst
Du atmest neben mir
Hälst mich lange Wach
Und dann stell’ ich mir vor
Es war ja nur ein Scherz
Du bist wieder da
Und du wirst bleiben heut’ Nacht
Wirst bei mir bleiben heut’ nacht
(Robert Frank Jacobi/R. Holmes/Benny Neijman)
Wir stehen wie zwei Fremde da
Und ich find es sonderbar
Dass so wenig übrigblieb
Wir hatten uns doch einmal lieb
Du schaust mich noch lange an
Als kanntest du mich nie
Was ich nur noch sagen kann ist
Wie geht es dir?
Ich wollt viel erzählen
Nun fällt mir nichts mehr ein
Doch nichts hat sich verändert hier
Sag wie geht es dir?
Ich fing neu zu leben an
Hab’s auf jeden Fall probiert
Doch die Nächte waren lang
Ich hatte mich an dich gewöhnt
Oft half nur Alkohol
Dann fühlte ich mich wohl
Für ein paar Minuten nur
Wie geht es dir?
Wie eine mürbe Wand
Zerbrach mein Widerstand
Tag für Tag ein wenig mehr
Wie geht es dir?
Ich lief die Treppen hoch
Und fing zu zittern an
Lebt vielleicht ein and’rer Mann
Heute mit dir
Heute mit dir
(D. Kawohl/A. Bartels/B. Neijman)
Je streeft naar intens geluk
En naar pracht en praal
Je leeft voor een toekomstdroom
Voor een ideaal
Maar al wat het leven brengt
Loopt anders dan dat je denkt
Je speelt met je levenslot
In een loterij
Refrein:
Wie het leven kent
Weet wat er kan gebeuren
Je waait hulpeloos
Met alle stormen mee
Denk je even aan geluk
Gaat het je deur voorbij
Zink je weerloos in de put
Dan vind je goud
Dan vind je goud
Je denkt dat het leven loopt
Volgens vaststaand plan
Hoe mooi je het ook hebt gehoopt
Het is geen roman
Hoezeer je er ook in gelooft
Je wordt van je dromen beroofd
Het leven heeft zo
Zijn eigenwijs idee
Refrein:
Wie het leven kent
Weet wat er kan gebeuren
Je waait hulpeloos
Met alle stormen mee
Denk je even aan geluk
Gaat het je deur voorbij
Zink je weerloos in de put
Dan vind je goud
Dan vind je goud
Instrumentaal
Denk je even aan geluk
Gaat het je deur voorbij
Zink je weerloos in de put
Dan vind je goud
Dan vind je goud
Denk je even aan geluk
Gaat het je deur voorbij
Zink je weerloos in de put
Dan vind je goud
Dan vind je goud
(F. Rademacher/Tekstbewerking B. Neijman)
Wie iech nog e jungske waor, zoe vaan e jaor of zés
Vóng iech gere vaan alles aon en leet iech niks mét rös
Zaot iech aon e trömmelke, pakte miech e keukske
Daan zag m’n mam: doe deugeneet, iech zét d’ch in ’n heukske
Tra la la la la – Tra la la la la
Wie iech al get groeter woord, de sjaoltied waor veurbijj
Had iech gere, wie eederêin, e mêidske aon m’n zijj
E knap geziechske, ’n aordig keend, mét um de kop ’n deukske
Mer iech spraok noets met de mêidskes aof, op êin of aander heukske
Tra la la la la – Tra la la la la
Wie iech later vrijje ging, m’n hart vol goje mood
Veer stoonte stiekum neve de kèrrek, iech weet ’t nog zoe good
Opins versjeen menier Pastoer, dee zag toen mét e vleukske:
“Wat doen m ‘ch die twie knape noe, heij in dat duuster heukske”?
Oh la la la la – Oh la la la la
Tra la la la la – Tra la la la la
Es iech bijj St. Petrus kom en klop daor aon z’n deur
Daan zeet ‘r: “Jóng, kom doe mer d’rin, doe steijs d’r hiel good veur
Doe höbs toch nemes kwaod gedaon, dao sjteijt niks in mie beukske”
Daan zégk iech: “Petrus, zét miech mèr mét e Bengelke in ’n heukske”!
Tra la la la la – Tra la la la la
(P. Bruel/G. Presgurvic/B. Neijman)
Ik heb gezien hoe kinderen kunnen zijn
Ik heb gezien hoe hard ze kunnen zijn
Tegen een kind dat anders doet op school
Tegen een kind dat afwijkt van “gewoon”
Ik heb gezien hoe mensen kunnen doen
Ik heb gezien hoe wreed ze kunnen doen
Tegen een mens dat anders voelt dan zij
Zo is de mens, zo is de maatschappij
Refrein:
Wie is volmaakt, wie is volmaakt
Wie is volmaakt gemaakt
Wie is perfect
Wie is té gek, zonder gebrek
Niemand is fout, niemand is goed
Niemand is blauw van bloed
Geel, blank of zwart
Zoveel miljard
Met allemaal hetzelfde hart
Ik heb geleerd: de mensen zijn gelijk
Dezelfde God of iets dat daarop lijkt
En overal schijnt toch dezelfde zon
Met overal dezelfde horizon
Ik heb geleerd dat oorlog wordt gemaakt
De mens regeert maar niemand is volmaakt
We zijn zolang vergeefs al onderweg
Met onze angst en twijfel in gevecht
Refrein:
Wie is volmaakt, wie is volmaakt
Wie is volmaakt gemaakt
Wie is perfect
Wie is té gek, zonder gebrek
Niemand is fout, niemand is goed
Niemand is blauw van bloed
Geel, blank of zwart
Zoveel miljard
Met allemaal hetzelfde hart
Refrein:
Wie is volmaakt, wie is volmaakt
Wie is volmaakt gemaakt
Wie is perfect
Wie is té gek, zonder gebrek
Niemand is fout, niemand is goed
Niemand is blauw van bloed
Geel, blank of zwart
Zoveel miljard
Met allemaal hetzelfde hart
(H.Bordon)
Es de klanke vaan de aovendklok
Weer jub’lend es muziek
Euver us Limburgs lendsje goon
Dan veule veer us riek
En door de aovendzon bestraolt
Kniele kinder veur ’t kruus
Datste allein in Limburg nog
Langs elke zandweeg zuus
Wie sjoen us Limburg is
Begrip toch nemes
Allein de zuderling
Dee Limburg leef is
Want door de jaore heen
Blijf Limburg onbetwis
Dat sjtökske Nederland
Dat ’t sjoenste is
Want door de jaore heen
Blijf Limburg onbetwis
Dat sjtökske Nederland
Dat ’t sjoenste is
Es e zélv’rig linsje struimp de Maos
Door berg en bos omzuimp
Wo elke zuderling dee in
De vreemde is vaan druimp
Want velt ‘t leve soms neet mèt
En zeuks nao get gelök
Blief eve in gedachte stoon
En dink aon Limburg trök
(J. Brel/Benny Neijman)
Natuurlijk komt ‘r gauw weer oorlog
En gaat de mensheid naar de maan
Maar de neutronenbom laat toch nog
De laatste huizen keurig staan
Natuurlijk stinkt ’t meeste geld
Zelfs in de duurste portemonnee
Natuurlijk is er veel geweld
Maar, wij zitten goed voor de tv
Natuurlijk zijn er nog wel landen
Met ’n ondragelijk regiem
En spreekt de hele wereld schande
De resultaten zijn miniem
Natuurlijk sterven er weer vogels
En drijft er olie op de zee
Natuurlijk zijn we bang voor kogels
Maar, wij zitten goed voor de tv
Natuurlijk zijn we niet meer veilig
En lopen onze steden leeg
We krijgen allemaal vroegtijdig
’n Koekje van onz’ eigen deeg
Natuurlijk gaat de tijd te snel
En is geen mens haast meer tevree
En de EO dreigt met de hel
Maar ach, wij zitten goed voor de tv
Natuurlijk zijn we zeer integer
En we vertrouwen elke jood
We hebben niets tegen ’n neger
We zijn niet rechts, we zijn niet rood
We eten veel en veel te gulzig
De derde wereld eet niet mee
Natuurlijk voelen we ons schuldig
Maar ach, wij zitten goed voor de tv
(Robert Frank Jacobi/Benny Neijman)
Sie kennen nur der Schattenseite des Lebens
Auf der Sonnenseite waren sie noch nie
Sie hofften, weinten, vergebens
Doch das Leben zwang sie langsam in die Knie
Sie gehören nicht zu denen die von oben alles sehen
Und der Krassen Wahrheit dieses Lebens aus dem Wege gehen
Sie gehören nicht zu denen, die von Haus aus besser sind
Sie vertrauen nur dem Wind
Refrein:
Wilde Vögel
Sie fliegen nur so weit ihr Flügel tragen kann
Wilde Vögel
Sie fangen jeden Tag ihr Leben neu von vorne an
Wilde Vögel
Sie sind frei und freuen sich
Über den Sonnenschein
Sperre niemals wilde Vögel in einen Käfig ein
Sie sagen was sie denken das gefällt nicht allen
Wenn man sie fangen will dann fliegen sie davon
Und wenn man sie verletzt dann zeigen sie die Krallen
Sie geben alles und bekommen nie den Lohn
Ihre Augen widerspiegeln das was ihre Seele meint
Sind oft ratlos und verzweifelt, haben viel zu viel geweint
Wilde Vögel das sind Menschen die noch Mensch geblieben sind
Sie vertrauen nur dem Wind
Refrein:
Wilde Vögel
Sie fliegen nur so weit ihr Flügel tragen kann
Wilde Vögel
Sie fangen jeden Tag ihr Leben neu von vorne an
Wilde Vögel
Sie sind frei und freuen sich
Über den Sonnenschein
Sperre niemals wilde Vögel in einen Käfig ein
(P. Natte/B. Neijman)
Lang is de weg nog voor me
Lang ben ik bij je weg
Rijdend, een nieuwe toekomst tegemoet
Hoelang zal ik nog doorgaan
Even heb ik het slecht
Regen slaat op de weg
Ik ben bekaf en oververmoeid
Mijn rooie ogen zien alleen nog maar witte strepen
Wegen, die me wegleiden van geluk
Nee, waar ik ben zou ik echt niet weten
Maar ik kan niet vergeten
‘k Wil alleen maar terug
Lichten verblinden m’n ogen
Woede verdwijnt in spijt
En bij de eerste afslag sla ik af
‘k Weet dat ik naar je terug ga
‘k Merk dat ik harder rijd
Weggaan lost weinig op
En zomaar vluchten
Is veel te laf
Mijn rooie ogen zien alleen nog maar witte strepen
Wegen, die me wegleiden van geluk
Nee, waar ik ben zou ik echt niet weten
Maar ik kan niet vergeten
‘k Wil alleen maar terug
Instrumentaal
Mijn rooie ogen zien alleen nog maar witte strepen
Wegen, die me wegleiden van geluk
Nee, waar ik ben zou ik echt niet weten
Maar ik kan niet vergeten
‘k Wil alleen maar terug
‘k Zie alleen witte strepen
‘k Zie alleen witte strepen
(P. Brown/P. Hurley/B. Neyman)
Als we zwijgen, hebben we aan één enkele blik al genoeg
En als we praten, praten we minstens tot morgenvroeg
Als we slapen, delen we samen één droom in hetzelfde bed
Jouw gedachten, die ken ik al van A tot Z
Er is iets magisch aan de hand
Iets wonderbaarlijk magisch
Het gaat me boven het verstand
Het betovert ons geluk
Is ’t een macht van hogerhand?
’t Is moeilijk te verklaren
Maar ’t mysterie van jouw hart
Doorgrond ik als geen een
Onvoorspelbaar
Het heeft blijkbaar zo moeten zijn weliswaar
Onvoorstelbaar
We waren allang voorbestemd voor elkaar
Alle planeten staan zomaar gunstig
Voor ons aan het firmament
En alle sterren voorspellen ons een happy end
Er is iets magisch aan de hand
Iets wonderbaarlijk magisch
Het gaat me boven het verstand
Het betovert ons geluk
Is ’t een macht van hogerhand?
’t Is moeilijk te verklaren
Maar ’t mysterie van jouw hart
Doorgrond ik als geen een
(Dassin/Delanoë/Lemesle/Benny Neijman)
En hij stond vroeger vaak als kind al op ’t toneel
Met ’n mooie heldere stem
Hij werd ’n wonderkind, beroemd, sensationeel
En ’t publiek sentimenteel, alleen door hem
Hij werd ’n nationale held
En ’t ontbrak hem nooit aan geld
’t Ging ‘m jaren voor de wind
Helaas, hij bleef niet altijd kind
Refrein:
Dit is ’t verhaal van ’n artiest
Die vroeger won en nu verliest
Geen succes meer dat verblindt
En aangevreten door de tijd
Wapperen overal verspreid
De flarden muurpubliciteit
In weer en wind
Maar ach, ’n wonderkind wordt ouder
En de baard kreeg t’ie al spoedig in z’n keel
Dat is geen wonder
Dus niet zo bewonderenswaard meer
En hij was niet zoveel waard meer
Op ’t toneel
Toch hield ie zielsveel van z’n vak
En ach, aan geld had ie nu lak
Hij zong z’n lied met zware stem
Maar ’t publiek kwam niet meer voor hem
Refrein:
Dit is ’t verhaal van ’n artiest
Die vroeger won en nu verliest
Geen succes meer dat verblindt
En aangevreten door de tijd
Wapperen overal verspreid
De flarden muurpubliciteit
In weer en wind
Hij zong z’n lied van stad tot stad jaar in, jaar uit
Maar hij verdiende niet genoeg
Nu wordt ie oud, gaat zienderogen achteruit
En ’t publiek ’t fluit ‘m uit
Men heeft genoeg
Toch is er niets dat ‘m weerhoudt
Als ie op straat z’n hand ophoudt
Zingt ie z’n lied in weer en wind
En voelt zich weer dat wonderkind
Refrein:
Dit is ’t verhaal van ’n artiest
Die vroeger won en nu verliest
Geen succes meer dat verblindt
En aangevreten door de tijd
Wapperen overal verspreid
De flarden muurpubliciteit
In weer en wind
Instrumentaal
(Randy Goodrum)
I cried a tear, you wiped it dry
I was confused, you cleared my mind
I sold my soul
You bought it back for me
And held me up and gave me dignity
Somehow you needed me
Chorus:
You gave me strength
To stand alone again
To face the world out of my own again
You put me high upon a pedestal
So high that I could almost see eternity
You needed me, you needed me
And I can’t believe it’s you
I can’t believe it’s true
I needed you and you were there
And I’ll never leave, why should I leave
I’d be a fool
‘Cause I finally found someone
Who really cared
You held my hand when it was cold
When I was lost, you took me home
You gave me hope
When I was at the end
And turned my lies
Back intro truth again
You even called me ‘friend’
Chorus:
You gave me strength
To stand alone again
To face the world out of my own again
You put me high upon a pedestal
So high that I could almost see eternity
You needed me, you needed me
You needed me, you needed me
You needed me, you needed me
Z
(Quentin/De Buxeuil/B. Neijman)
Zittend aan de volle bar
Hun blikken kruisten elkaar
Vroeg hij: Wie is die dame
Met dat blonde haar
Naast hem zat een man
Met niet z’n eigen vrouw
Aan zijn zij
Die zaten te vertellen
Met wat medelij
Jongeman vergeet het maar
Met zo’n madam
Ben je niet klaar
Za Za
Zij is een dame
Voor haar is elke man
Van mars of marsepein
Zij is een vakbekwame
Want elke vent moet in haar web
Te strikken zijn
Za Za
Is een serieuze
En alle kerels zijn meteen
Al gecharmeerd
Za Za
Zij vindt het reuze
Kiest met haar keuze
De rijkste heer
Maar de jongeman
Die had zijn les nog lang niet geleerd
Hij had zich aan een dame
Ook nog nooit bezeerd
“ ’k Hou van jou” zei zij al gauw
Omfloerst bewoog ze haar stem
Ze had totaal geen gêne
En ze kuste hem
Na zeven piccolo’s
Ving zij hem in haar trukendoos
Za Za
Zij is een dame
Voor haar is elke man
Van mars of marsepein
Zij is een vakbekwame
Want elke vent moet in haar web
Te strikken zijn
Za Za
Is een serieuze
En alle kerels zijn meteen
Al gecharmeerd
Za Za
Zij vindt het reuze
Kiest met haar keuze
De rijkste heer
Maar
Amor schiet z’n pijlen af
Hij waarschuwt niemand vooraf
En Za Za werd getroffen
In haar harde hart
Toen de jongeman verdween
Hij liet haar zomaar alleen
Ging zij uit pure wanhoop
Naar het klooster heen
Daar heeft ze soms wat spijt
Van het saaie leven dat ze leidt
Za Za
Zij was een dame
Voor haar was elke man
Van Mars of marsepein
Wat wij van haar vernamen
Is dat zij voor geen enk’le man
Te zien zal zijn
Za Za
Is religieuze
Slechts van één man
Is zij alleen nog gecharmeerd
Za Za
Is religieuze
Heeft maar één keuze
Alléén de Heer
(Daniel/Martin/B. Neijman)
M’n hart dat zou bevriezen
Sterven van de kou
Als ik jou zou verliezen
Alles werd ijskoud
Niemand kon me verwarmen
En de wereld zou vergaan
Dus zeg in vredesnaam
Dat je nooit meer weg zult gaan
’t Leven had geen kleur meer
Ik zag alleen maar zwart
Zelfs een bloem had geen geur meer
Brak je ooit mijn hart
Leven in jouw wereld
Waarin geen ander zou bestaan
Dus zeg in vredesnaam
Dat je nooit meer weg zult gaan
Geef me toch wat zekerheid
Geef een teken van je trouw
Dat gevoel van veiligheid
Dat ik nodig heb bij jou
Maar laat me in m’n wereld
Laat me leven in die waan
Maar zeg in vredesnaam
Dat je nooit meer weg zult gaan
Zeg in vredesnaam
Dat je nooit meer weg zult gaan
(Claude Leveiller/Benny Neijman)
Zeg maar niets
Er is geen mens, die ons kan horen
Zeg maar niets
Er is geen mens, die ons komt storen
Zeg maar niets
En hoor de stilte die ons omringt
Zeg maar niets
En hoor mijn hart dat zich bedrinkt
Liefde komt
Liefde gaat
Liefde wacht
Liefde vannacht
Liefde die geef ik jou
Geluk koop ik voor jou
Liefdes die ik vergeten zou
Vergeten zou voor jou
Zeg maar niets
Er is geen mens, die ons kan horen
Zeg maar niets
Er is geen mens, die ons komt storen
Zeg maar niets
En hoor de stilte die ons omringt
Zeg maar niets
En hoor mijn hart dat zich bedrinkt
Een vrouw, een man
Een dak en dan
Een bed en gauw
Kinderen van jou
Liefde die geef ik jou
Geluk koop ik voor jou
Liefdes die ik vergeten zou
Vergeten zou voor jou
La, la la, enz.
Mm, mm, mm, enz.
Zeg maar niets
Hoor de stilte die ons omringt
Ssssssst, zeg niets
‘k Hoor je hart dat zich bedrinkt
(N. Ignatiadis/Benny Neijman)
De ochtendzon valt door het raam
En ik kijk hoe je ligt te slapen
Ik twijfel of ik op zal staan
En ik rek mezelf uit
Onze kleren liggen door elkaar
Van de vorige avond nog
Ik streel je mooie haar
‘k Ben blij dat ik je weer terug vond
Refrein:
Weer met jou te dansen
Schept weer nieuwe kansen
Op ’n langer samenzijn
Weer opnieuw proberen
Zonder te forceren
Zonder al te bang te zijn
Weer met jou te streven
Naar een beter leven
Naar een heerlijk samenzijn
Om met weinig woorden
Toch nog te verwoorden
Dat er toch nog hoop kan zijn
Nooit meer te vergeten
Van elkaar te weten
Dat we nu pas zeker zijn
Ik neem een douche en kleed me aan
En jij ligt nog te slapen
Ik twijfel of ik nu wel weg zal gaan
Je trekt de lakens om je heen
En je mompelt wat warrige woorden
Ik laat je nu toch echt alleen
Refrein:
Weer met jou te dansen
Schept weer nieuwe kansen
Op ’n langer samenzijn
Weer opnieuw proberen
Zonder te forceren
Zonder al te bang te zijn
Weer met jou te streven
Naar een beter leven
Naar een heerlijk samenzijn
Om met weinig woorden
Toch nog te verwoorden
Dat er toch nog hoop kan zijn
Nooit meer te vergeten
Van elkaar te weten
Dat we nu pas zeker zijn
Nooit meer te vergeten
Van elkaar te weten
Dat we nu pas zeker zijn
(R. Frank Jacobi/Benny Neijman)
Ik was altijd al een zwerver
Overal voel ik me thuis
Ik wil alsmaar weg en reizen
Heel de wereld is mijn huis
Als ik blijf dan word ik bang
Altijd voel ik weer die drang
En geen liefde en geen leger
Houdt me tegen
Ik wil vrij zijn, ik wil ademen, ik wil leven
Refrein:
Zigeunerbloed, gevaarlijk zoet als rode wijn
Zigeunerbloed, het maakt me wild, het doet me pijn
Zigeunerbloed, ik voel het stromen door m’n aderen
Oh zigeunerbloed, een gloed die bijna niemand aankan
Zigeunerbloed, het bloed dat kruipt waar het niet gaan kan
Zigeunerbloed, een vuur dat nooit meer zal bedaren
Daarom stel me nooit meer vragen
Waarom ik niet meer van je hou
Maar ik zou niet anders kunnen
Ik ben echt wel dol op jou
Maar de wereld trekt me aan
En de heimwee doet me gaan
Andere landen, andere mensen, andere wegen
Ik wil vrij zijn, ik wil ademen, ik wil leven
Refrein:
Zigeunerbloed, gevaarlijk zoet als rode wijn
Zigeunerbloed, het maakt me wild, het doet me pijn
Zigeunerbloed, ik voel het stromen door m’n aderen
Oh zigeunerbloed, een gloed die bijna niemand aankan
Zigeunerbloed, het bloed dat kruipt waar het niet gaan kan
Zigeunerbloed, een vuur dat nooit meer zal bedaren
Refrein:
Zigeunerbloed, gevaarlijk zoet als rode wijn
Zigeunerbloed, het maakt me wild, het doet me pijn
Zigeunerbloed, ik voel het stromen door m’n aderen
Oh zigeunerbloed, een gloed die bijna niemand aankan
Zigeunerbloed, het bloed dat kruipt waar het niet gaan kan
Zigeunerbloed, een vuur dat nooit meer zal bedaren
(Moreau/Feldman/B. Neijman)
Zij komt hier niet de eerste keer
Dezelfde kroeg, dezelfde sfeer
Ze drinkt haar glas, vergeet de tijd
En knoeit haar as, verloren spijt
Ooit was ze jong, misschien wel mooi
Voor elke man een begeerde prooi
Ze roemt haar jeugd die snel verdween
Met elke teug nog meer alleen
Refrein:
Zij lijkt jonger in de nacht en wacht
Totdat ook hij waar niemand meer op wacht
Even naar haar lacht
Ze heeft haar sjans, haar vaste kruk
De vale glans van een meubelstuk
Ze kent zowaar haast iedereen
En ook om haar kan niemand heen
Refrein:
Zij lijkt jonger in de nacht en wacht
Totdat ook hij waar niemand meer op wacht
Even naar haar lacht
De nacht verdwijnt, het wordt al licht
De eerste zon valt op haar gezicht
Ze ziet er moe en ouder uit
Een laagje rouge maskeert haar huid
Refrein:
Zij lijkt jonger in de nacht en wacht
Totdat ook hij waar niemand meer op wacht
Even naar haar lacht
Ze wordt het zat, ze wil naar huis
Alleen de kat wacht op eten thuis
Ze zegt gedag in ’t algemeen
En ook vandaag blijft ze weer alleen
(P. Maffay/B. Meinunger/Benny Neijman)
Intro
Jij geeft alles als je geeft
Je bent alles als je leeft
Jongen, meisje, vrouw en man of nog kind
Dat ben jij, jij, jij alleen
Raakt jouw hand m’n lichaam aan
Voel ik vonken overslaan
Donder, bliksem, warm en koud, zon of wind
Zo ben jij, jij, jij alleen
En als ik ga dan blijft iets van mij bij jou
En ga jij blijft iets van jou bij mij
En als je huilt dan huil ik maar mee met jou
En jij lacht dan weer om mij
Jij die niets van mij verwacht
Maar ik put uit jou de kracht
Je verlangt van mij nooit meer dan je geeft
Zo ben jij, jij, jij alleen
Jij zegt zomaar wat je denkt
En de liefde die je schenkt
Is al bijna net zo groot en zo diep
Zoals jij, jij, jij alleen
En als ik ga dan blijft iets van mij bij jou
En ga jij blijft iets van jou bij mij
En als ik droom dan droom ik alleen van jou
Tot jij wakker wordt met mij
Instrumentaal
En als ik ga dan blijft iets van mij bij jou
En ga jij blijft iets van jou bij mij
En als je slaapt dan slaap ik ’t liefst bij jou
En jij slaapt het liefst met mij
En als ik sterf dat sterft er iets mee in jou
En ga jij dan sterft er iets in mij
En als ik vrij dan vrij ik alleen met jou
Maar jij blijft toch liever vrij
Instrumentaal
(N. Ignatiadis/D. Latropoulos/Benny Neijman)
Kijk mij ‘ns aan
Wat ben jij voor een dier
Dat je op de wereld rond mag lopen
Ben jij humaan
Of weer zo’n kleine mier
Waar er al miljoenen rond van lopen
Refrein:
Maar zolang de mensen, mensen zijn
Is niets aan de hand
Maar omdat de meeste beesten zijn
Loopt het uit de hand
Je weet toch
Als de mensen meer dan mensen zijn
Komt dat door hun verstand
Maar een dier kent soms meer menselijkheid
Dan een mens van stand
Een mens van stand
Kijk ons ‘ns gaan
Vanuit een vliegmachine
Je ziet niet eens dat wij hier lopen
Dat wij bestaan
Kun je vandaar niet zien
We zijn maar mensen
’t Is te hopen
Refrein:
Maar zolang de mensen, mensen zijn
Is niets aan de hand
Maar omdat de meeste beesten zijn
Loopt het uit de hand
Je weet toch
Als de mensen meer dan mensen zijn
Komt dat door hun verstand
Maar zolang de mensen, mensen zijn
Is niets aan de hand
Maar een dier kent soms meer menselijkheid
Dan een mens van stand
Een mens van stand
(N. Ignatiadis/Benny Neijman)
Intro: instrumentaal
Blijf nou toch wat bij me, alsjeblieft schat
Laat niet alles achter wat je lief was
‘k Heb ’t zien gebeuren, je voelt niets meer voor mij
Houden van gaat zomaar niet voorbij
Refrein:
Want zolang je bij me bent
Want zolang je bij me bent
Als je altijd bij me blijft
Kan ik ’t leven aan
Want zolang je bij me bent
Want zolang je bij me bent
Zeg dan dat je bij me blijft
Ik laat je nog niet gaan
Instrumentaal
Alles wat je hebben wou had je hier toch
Krijg je ’t ergens beter dan hier nog
Jij was toch tevreden met je leven en mij
Blijf dan nog heel even, blijf bij mij
Refrein:
Want zolang je bij me bent
Want zolang je bij me bent
Als je altijd bij me blijft
Kan ik ’t leven aan
Want zolang jij bij me bent
Want zolang jij bij me bent
Zeg dan dat je bij me blijft
Ik laat je nooit meer gaan
Mmmmmmmmm……..
Want zolang je bij me bent
Want zolang jij bij me bent
Zeg dan dat je bij me blijft
Ik laat je nooit meer gaan
De buren vragen keer op keer
Ze zijn opeens geïnteresseerd
In hoe het met me gaat
Zo zo la la
Een man van een sensatiekrant
Belt op wat is er aan de hand
Het wordt weer een verhaal zo zo la la
Dan zeggen ze vol medelij
Kom op joh alles gaat voorbij
Je komt er vast wel heel gauw overheen
Maar niemand voelt de pijn zoveel
Nee weten al die mensen veel
Hoeveel ik om je geef en ik je mis
Zo zo la la
Het gaat wel goed
Dat geeft mezelf nieuwe moed
Als iemand vraagt hoe ’t gaat
Zeg ik zo zo la la
Zo zo la la
Ik zeg op straat
Dat het fantastisch met me gaat
Maar of dat helpt is maar de vraag
Zo zo la la
Zo zo la la
De telefoon dat ding vertikt het doodgewoon
En ik maar wachten tot de bel weer overgaat
Ik weet met jou is alles goed
Maar schat vertel me wat ik moet
Want zonder jou gaat het met mij
Zo zo la la
Ik neem je foto in m’n hand
En wordt opeens onzeker want
Je lacht wel maar je kijkt
Zo zo la la
Ik poets het huis, ik zuig de trap
Warempel dat ik ramen lap
Ik drink niet meer zoveel
Zo zo la la
Ik jas de piepers, bak het vlees
En anders haal ik wel chinees
Maar alles maakt het toch zo zo la la
Ik mis je peper en je zout
Al staat de wodka nog wel koud
Het gaat met mij m’n schattebout
Zo zo la la
Zo zo la la
Het gaat wel goed
Dat geeft mezelf nieuwe moed
Als iemand vraagt hoe ’t gaat
Zeg ik zo zo la la
Zo zo la la
Ik zeg op straat
Dat het fantastisch met me gaat
Maar of dat helpt is maar de vraag
Zo zo la la
Zo zo la la
De telefoon dat ding vertikt het doodgewoon
En ik maar wachten tot de bel weer overgaat
Ik weet met jou is alles goed
Maar schat vertel me wat ik moet
Want zonder jou gaat het met mij
Zo zo la la
Ik weet met jou is alles goed
Maar schat vertel me wat ik moet
Want zonder jou gaat het met mij
Zo zo la la
WAAROM FLUISTER IK JOUW NAAM NOG
Copyright 2024 Benny Neyman